De uitlijnfout van de machine moet altijd binnen de door de fabrikant opgegeven
toleranties liggen. Wanneer u niet over deze toleranties beschikt, kunt u tabel 1 als
algemene richtlijn gebruiken.
Tabel 1. Acceptabele maximale uitlijnfout
omwentelingen/
minuut
0 - 1000
1000 - 2000
2000 - 3000
3000 - 4000
4000 - 6000
a) Als de gemeten koppelingswaarden binnen de
toleranties liggen, hoeft de uit te lijnen machine
niet te worden afgesteld. Corrigeer de horizontale
uitlijnfout. Ga verder met paragraaf 3.8.3
"Horizontale uitlijning".
b) Controleer wanneer de gemeten koppelingswaarden
de toleranties overschrijden welke correcties voor de
voeten worden aanbevolen.
De waarden F1 en F2 die nu op de display verschijnen,
geven de relatieve posities van de uit te lijnen machine
weer, gezien vanaf de zijkant (afb. 21).
Een positieve waarde betekent dat de voeten
te hoog zijn afgesteld en naar beneden moeten
worden bijgesteld, terwijl een negatieve waarde het
tegenovergestelde betekent (afb. 22).
Maak de voeten van de uit te lijnen machine los.
Gebruik de bij het gereedschap geleverde vulplaatjes
om de hoogte van de machine af te stellen. Observeer
de direct uitgevoerde instelling van de koppelings- en
voetwaarden en vergelijk ze met de waarden in tabel 1.
Ga wanneer u de verticale uitlijning hebt uitgevoerd
naar de horizontale uitlijning (paragraaf 3.8.3).
18
mm/100 mm
0.10
0.08
0.07
0.06
0.05
mm
0.001"/1"
0.13
1.0
0.10
0.8
0.07
0.7
0.05
0.6
0.03
0.5
Afb. 21.
Afb. 22. Verticale uitlijning
0.001"
5.1
3.9
2.8
2.0
1.2
Verticale uitlijning
weergeven
SKF TKSA 20