3. DE AIRVO 2 GEBRUIKEN
Laatste
desinfectie:
#16
1. HET APPARAAT INSCHAKELEN
Steek de stekker van het netsnoer van het apparaat in het stopcontact
van het elektriciteitsnet/ de openbare voorziening. De connector aan
het andere uiteinde van het netsnoer moet goed vastzitten op de
achterzijde van het apparaat.
WAARSCHUWINGEN
Om elektrische schokken te voorkomen:
• Zorg dat het apparaat droog is voordat u de stekker in het stopcontact van het
elektriciteitsnet/ de openbare voorziening steekt.
Schakel het apparaat in door op de Aan/Uit-knop te drukken.
2. DE DESINFECTIESTATUS CONTROLEREN
Het apparaat geeft aan of het veilig kan worden gebruikt bij een nieuwe
patiënt.
Deze AIRVO 2 is veilig voor gebruik bij een nieuwe patiënt.
Deze AIRVO 2 is sinds het laatste gebruik niet gereinigd en
gedesinfecteerd.
Deze AIRVO 2 is NIET veilig voor gebruik bij een nieuwe patiënt.
3. OPWARMEN
Het apparaat begint op te warmen. U ziet getallen die de op
dat moment gegenereerde dauwpunttemperatuur, flow- en
zuurstofwaarden aangeven. Deze getallen knipperen totdat ze hun
doelinstelling hebben bereikt.
Dit scherm wordt het 'Overzichtsscherm' genoemd.
4. JUNIORMODUS
Als de patiënt een Optiflow Junior neuscanule (OPT316/OPT318) gaat
gebruiken, moet u de Juniormodus activeren.
In de Juniormodus worden de doelinstellingen beperkt tot: 34 °C en
2-25 L/min, in stappen van 1 L/min.
Nieuwe
doelinstellingen
F – 6
De Juniormodus activeren:
Houd de Modusknop 5 seconden ingedrukt.
Nieuwe doelinstellingen
De doelinstellingen voor de dauwpunttemperatuur
en flow worden automatisch gewijzigd. De kleurrijke
pictogrammen in de hoeken van het scherm geven
aan dat het apparaat in de Juniormodus werkt.
Volg dezelfde procedure om de Juniormodus te
deactiveren: houd de Modusknop 5 seconden
ingedrukt.