TECHNISCHE GEGEVENS
Nominaal afgegeven vermogen (230 V) (W) ...................
Nominaal afgegeven vermogen (110 V) (W) ...................
Afgegeven vermogen (230 V) (W) ...................................
Afgegeven vermogen (110 V) (W) ...................................
Max. Onbelast toerental (min
) .......................................
-1
Max. Slijpschijf-Ø (mm) ...................................................
Asaansluiting ...................................................................
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 (kg) ........
Geluids-/trillingsinformatie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60 745.
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de
machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau (K = 3 dB(A)) ...................................
Geluidsvermogenniveau (K = 3 dB(A)) ..........................
Draag oorbeschermers!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen)
bepaald volgens EN 60745.
Doorslijpen en voorbewerken: trillingsemissiewaarde a
h
Onzekerheid K = ..............................................................
Slijpen met kunststof slijpschijf: trillingsemissiewaarde a
h
Onzekerheid K = ..............................................................
Bij andere toepassingen zoals bijv. doorslijpen of
schuren met de staalborstel, kunnen andere trilwaarden
ontstaan!
WAARSCHUWING
De in deze aanwijzingen vermelde trillingsdruk is gemeten volgens een in EN 60745 genormeerde meetmethode en kan worden gebruikt voor
de onderlinge vergelijking van apparaten. Hij is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting.
De aangegeven trillingsdruk geldt voor de meest gebruikelijke toepassingen van het elektrische apparaat. Wanneer het elektrische
gereedschap echter voor andere doeleinden, met andere dan de voorgeschreven hulpstukken gebruikt of niet naar behoren onderhouden
wordt, kan de trillingsdruk afwijken. Dit kan de waarde van de trillingsdruk over de hele werkperiode aanzienlijk verhogen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsdruk moeten ook de tijden in aanmerking worden genomen dat het apparaat uitgeschakeld is
of weliswaar loopt, maar niet werkelijk in gebruik is. Dit kan de waarde van de trillingsdruk over de hele werkperiode aanzienlijk verminderen.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener tegen de inwerking van trillingen, bijvoorbeeld: onderhoud van
elektrische gereedschappen en apparaten, warmhouden van de handen, organisatie van de werkprocessen.
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen door - ook die in de bijgeleverde brochure. Als de
waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit
een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig
gebruik.
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Algemene waarschuwingen voor slij pen, schuren, borstelen en
doorslijpen:
a) Dit elektrische gereedschap is bestemd voor gebruik als
slijpmachine, schuurmachine, borstelmachine en doorslijp-
machine. Neem alle waarschuwingen, aanwij zingen,
afbeeldingen en gegevens die u bij het elektrische
gereedschap ontvangt in acht. Als u de volgende aanwijzingen
niet in acht neemt, kunnen een elektrische schok, brand en/of
ernstig letsel het gevolg zijn.
b) Dit elektrische gereedschap is niet geschikt voor het
polijsten. Ondoelmatig gebruik van dit elektrische gereedschap
kan leiden tot gevaren en persoonlijk letsel.
c) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant
speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien en
geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische
gereedschap kunt bevestigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.
d) Het toegestane toerental van het inzetge reedschap moet
minstens even hoog zijn als het maximale toerental dat op het
elektrische gereedschap vermeld staat. Toebehoren dat sneller
draait dan toegestaan, kan breken en weg vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het inzet gereedschap
moeten overeenkomen met de maatgegevens van het
elektrische gereed schap. Inzetgereedschappen met onjuiste
afmetin gen kunnen niet voldoende afgeschermd of gecontroleerd
worden.
38
NEDERLANDS
AG 13
AG 16
AG 16
AGV 16
-125 X
-125 XE
-125 XC
-125 XC
........ 1250 ............. 1520 .............. 1520 ............... 1520 .................. 1520
........ 1250 ............. 1350 .............. 1350 ............... 1350 .................. 1350
......... 750 ............... 910 ................ 910 ................. 910 .................... 910
......... 750 ............... 810 ................ 810 ................. 810 .................... 810
....... 11000 .......2600-11000 ........ 11000 ............. 11000 .............2000-7600
......... 125 ............... 125 ................ 125 ................. 125 .................... 125
........ M 14 ............. M 14 .............. M 14 ............... M 14 .................. M 14
......... 2,5 .................2,5 ..................2,5 ................. 2,6 ......................2,5
.......89 dB(A) ......89 dB(A) .........89 dB(A) .........89 dB(A) ............ 88 dB(A)
.....100 dB(A) ....100 dB(A) .......100 dB(A) .......100 dB(A) .......... 100 dB(A)
......9,5 m/s
2
.........11 m/s
2
............11 m/s
2
..............5 m/s
2
......1,5 m/s
........1,5 m/s
...........1,5 m/s
...........1,5 m/s
2
2
2
2
.........3 m/s
...........5 m/s
..............5 m/s
..............3 m/s
2
2
2
2
......1,5 m/s
........1,5 m/s
...........1,5 m/s
...........1,5 m/s
2
2
2
2
f) Slijpschijven, flenzen, steunschijven en ander toebehoren
moeten nauwkeurig op de uit gaande as van het elektrische
gereedschap passen. Inzetgereedschappen die niet nauwkeurig
op de uitgaande as van het elektrische gereed schap passen,
draaien ongelijkmatig, trillen sterk en kunnen tot het verlies van de
controle leiden.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereed schappen.
Controleer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals
slijpschijven op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op
scheuren of sterke slijtage en draadbor stels op losse of
gebroken draden. Als het elektrische gereedschap of het
inzetgereed schap valt, dient u te controleren of het beschadigd
is, of gebruik een onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het
inzetgereed schap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u het
elektrische gereedschap een minuut lang met het maximale
toerental lopen. Daarbij dient u en dienen andere personen uit
de buurt van het ronddraaiende inzetgereed schap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschap pen breken meestal gedurende
deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescher ming of veiligheidsbril.
Draag voor zover van toepassing een stofmasker, een
gehoorbe scherming, werkhandschoenen of een spe ciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw
ogen moe ten worden beschermd tegen wegvliegende deel tjes die
bij verschillende toepassingen ontstaan. Een stof- of
adembeschermingsmasker moet het bij de toepassing ontstaande
stof filteren. Als u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw
gehoor worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een vei lige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvlie gen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
AG 16
j) Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de
-125 INOX
geïsoleerde greepvlakken als u werk zaamheden uitvoert
waarbij het inzetgereed schap verborgen stroomleidingen of de
eigen netkabel kan raken. Contact met een onder spanning
staande leiding zet ook de metalen delen van het elektrische
gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok.
k) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Als u de con trole over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden doorgesneden of
mEGe nomen en uw hand of arm kan in het ronddraaiende
inzetgereedschap terechtkomen.
l) Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetge reedschap kan in contact komen met het
oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische gereed-
schap kunt verliezen.
m) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het draaiende
inzetgereedschap wor den mEGenomen en het inzetgereedschap
kan zich in uw lichaam boren.
................. 6 m/s
2
.............. 1,5 m/s
2
n) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische
................. 5 m/s
gereedschap. De motorventilator trekt stof in het huis en een
2
.............. 1,5 m/s
sterke ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
2
veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen ontsteken.
p)Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschu wingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend
of geblokkeerd draaiend inzetge reedschap, zoals een slijpschijf,
steunschijf, draad borstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot
abrupte stilstand van het ronddraaiende inzetge reedschap.
Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen
de draairichting van het inzetgereedschap versneld op de plaats
van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vast haakt of
blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt,
zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een
terugslag veroorza ken. De slijpschijf bewEGt zich vervolgens naar
de bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk van de
draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij
kunnen slijpschijven ook bre ken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap.
Terugslag kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw
lichaam en uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke controle
te hebben over terugslagkrachten of reactiemomenten bij het
op toeren komen. De bediener kan door geschikte
voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Het inzetge reedschap kan bij de terugslag
over uw hand bewe gen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De terugslag
drijft het elektrische gereedschap in de richting die tegengesteld is
aan de beweging van de slijpschijf op de plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe
randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het
werkstuk terug springen en vastklemmen. Het ronddraaiende
inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe ran den of wanneer
het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
e) Gebruik geen kettingblad of getand zaag blad. Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het verlies
van de controle over het elektrische gereedschap.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
a) Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap
toegestane slijptoebehoren en de voor dit slijptoebehoren
voorziene beschermkap. Slijptoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan niet vol doende worden
afgeschermd en is niet veilig.
b) Gebruik altijd de beschermkap die voor het gebruikte soort
slijpgereedschap is voorzien. De beschermkap moet stevig op
het elektri sche gereedschap zijn aangebracht en zoda nig zijn
ingesteld dat een maximum aan veiligheid wordt bereikt. Dat
wil zeggen dat het kleinst mogelijke deel van het slijpge-
reedschap open naar de bediener wijst. De beschermkap moet
de bediener beschermen tegen brokstukken en toevallig contact
met het slijpge reedschap.
c) Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijk heden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf. Een
zijwaartse krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het
toebehoren breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste maat
en vorm voor de door u geko zen slijpschijf. Geschikte flenzen
steunen de slijp schijf en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kun nen verschillen
van de flenzen voor andere slijp schijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van gro tere elektrische
gereedschappen. Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de hogere
toerentallen van klei nere elektrische gereedschappen en kunnen
bre ken.
Overige bijzondere waarschuwingen voor
doorslijpwerkzaamheden
a) Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge
aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een overbelasting van
de doorslijpschijf ver groot de slijtage en de gevoeligheid voor
kantelen of blokkeren en daardoor de mogelijkheid van een
terugslag of breuk van het slijptoebehoren.
b) Mijd de omgeving voor en achter de rond draaiende
doorslijpschijf. Als u de doorslijp schijf in het werkstuk van u weg
bewEGt, kan in het geval van een terugslag het elektrische
gereed schap met de draaiende schijf rechtstreeks naar u toe
worden geslingerd.
c) Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werkzaamheden
onderbreekt, schakelt u het elektrische gereedschap uit en
houdt u het rustig tot de schijf tot stilstand is gekomen.
Probeer nooit om de nog draaiende doorslijp schijf uit de groef
te trekken. Anders kan een terugslag het gevolg zijn. Stel de
oorzaak van het vastklemmen vast en maak deze ongedaan.
d) Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in zolang
het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst
het vol ledige toerental bereiken voordat u het door slijpen
voorzichtig voortzet. Anders kan de schijf vasthaken, uit het
werkstuk springen of een terugslag veroorzaken.
e) Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico van
een terugslag door een inge klemde doorslijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
door buigen. Het werkstuk moet aan beide zijden worden
ondersteund, vlakbij de slijpgroef en aan de rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig bij invallend fre zen in bestaande
muren of andere plaatsen zonder voldoende zicht. De
invallende doorslijp schijf kan bij het doorslijpen van gas- of
waterleidin gen, elektrische leidingen of andere objecten een
terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerkzaamheden
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen, maar
houd u aan de voorschrif ten van de fabrikant voor de maten
van schuurbladen. Schuurbladen die over de rand van de
steunschijf uitsteken, kunnen verwondingen ver oorzaken en
kunnen tot blokkeren, scheuren van de schuurbladen of terugslag
leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met
draadborstels
a) Houd er rekening mee dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstuk ken verliest. Overbelast de draden
NEDERLANDS
39