nl
NEDERLANDS
zijwaartse krachtinwerking op deze slijpmiddelen
kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de
slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijp-
schijven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4
Overige speciale veiligheidsinstructies
voor het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij overbelasting van
de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin
wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op
een terugslag of breuk van het schuurmiddel
verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in geval van een terugslag met de
draaiende schijf direct naar u toe worden geslin-
gerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de
nog draaiende slijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich in het werkstuk bevindt nooit opnieuw
in. Laat de slijpschijf eerst het volle toerental
bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met
de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit
het werkstuk springen of een terugslag veroor-
zaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een terug-
slag als gevolg van een ingeklemde doorslijp-
schijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen
doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk
dient aan beide kanten van de schijf, zowel bij de
doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te
worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "inval-
snedes" in bestaande wanden of andere
gebieden waarvan u niet weet wat zich daarin
bevindt. De invallende doorslijpschijf kan bij het
snijden in gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen of andere objecten een terugslag veroor-
zaken.
30
4.5
Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6
Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest. Over-
belast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7
Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het slijpmateriaal ter beschikking gesteld
worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het gereed-
schap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de
schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voor-
schriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd
worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetge-
reedschap lang genoeg is om de spindellengte op
te nemen. De schroefdraad van het inzetgereed-
schap moet bij de schroefdraad op de spindel
passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van
de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische
gegevens.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in