• Trek nooit het hout terug. Indien nodig, zet de
motor dan af en houd de positie vast totdat het
zaagblad volledig stilstaat.
Dwarszagen bij verticaal verstek
Deze methode is praktisch hetzelfde, behalve
dat het zaagblad in de gewenste hoek wordt
gebracht.
Plaats de dwarsgeleider uitsluitend aan
de rechterzijde van het zaagblad. Nooit te
kleine stukken hout zagen. Gebruik nooit
de handen om moeilijke operaties uit te
voeren.
Dwarszagen bij horizontaal verstek
Bij deze methode is het zaak dat men nu de
dwarsgeleider in de gewenste hoek blokkeert.
Houd het werkstuk krachtig tegen de
dwarsgeleider en de tafel gedrukt voordat u
begint met afkorten.
5. ONDERHOUD
Zorg dat de machine niet onder spanning
staat wanneer onderhoudswerkzaam-
heden aan het mechaniek worden
uitgevoerd.
Deze machines zijn ontworpen om gedurende
lange tijd probleemloos te functioneren met een
minimum aan onderhoud. Door de machine
regelmatig te reinigen en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een hoge levensduur
van uw machine.
De tafelzaag vervoeren
Voordat de tafelzaag veilig vervoerd kan worden
moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
• Trek de stekker uit het stopcontact
• Draai hendel (9) (Fig A2) tegen de klok in en
draai het zaagblad zoveel als mogelijk naar
beneden
• Verwijder alle accessoires die niet stevig aan
de machine kunnen worden vastgezet
Indien mogelijk, transporteer de zaagbladen in
een af te sluiten doos.
• Rol het snoer goed op
• Tijdens het tillen, til de tafelzaag aan het
tafelblad (1) (Fig. A1)
32
De zaagtafel moet altijd door minimaal
2 personen worden getild om rug letsel
te voorkomen.
Storingen
In het geval dat de machine niet naar behoren
functioneert, geven wij onderstaand een aantal
mogelijke oorzaken en bijbehorende oplossingen.
1. De motor slaat niet aan
• De stekker zit niet in het stopcontact
• Het snoer is onderbroken
• De koolborstels zijn versleten / vervang de
koolborstels of raadpleeg uw dealer
2. Het werkstuk knelt tegen het spouwmes
tijdens de bewerking
• Het zaagblad moet worden uitgelijnd. (Fig. G)
3. De zaagsnede is niet effen (uitgeraffeld)
• Het zaagblad moet worden aangescherpt
• Het zaagblad is achterstevoren gemonteerd
• Het zaagblad is aangeladen met hars of zaagsel
• Het zaagblad is niet geschikt voor deze
bewerking
4. Het werkstuk raakt de achterkant van het
zaagblad en springt op
• Spouwmes moet worden uitgelijnd (Fig. G)
• De langsgeleider wordt niet gebruikt
• Het zaagmes is dikker dan het spouwmes of
het spouwmes wordt niet gebruikt
• Het zaagblad moet worden aangescherpt
• Het werkstuk wordt niet tot na het zagen op zijn
plaats gehouden
• De spanknop van de dwarsgeleider zit los
5. De hoogte en/of verstekhendel is
geblokkeerd
• Zaagsel en stof moeten worden verwijderd
6. De motor bereikt moeilijk het maximale
toerental
• De verlengkabel is te dun en/of te lang
• De netspanning is lager dan 230-240 V
7. De machine trilt
• De machine is niet vastgeschroefd aan de
werkbank
• Het onderstel staat niet waterpas op de vloer
• Het zaagblad is beschadigd