6. Elektrische aansluitingen
6.1.1. Binnenapparaat gevoed vanaf het buitenapparaat
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De aansluitpatronen van de buitenapparaten variëren per model.
A
B
C
* Breng het label A bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
D
L
A
B
C
N
S1
S2
S3
* Breng het label A bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
Model binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat (verwarming) L-N
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. <Voor toepassing van 35-140-buitenapparaten>
Max. 45 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm
, max. 50 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm
en gescheiden S3, max. 80 m
<Voor toepassing van de 200/250-buitenapparaten>
Max. 18 m
2
Bij toepassing van 2,5 mm
, max. 30 m
2
Bij toepassing van 4 mm
en gescheiden S3, max. 50 m
2
Bij toepassing van 6 mm
en gescheiden S3, max. 80 m
*2. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m. Max. 500 m
*3. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft 24 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede fl exik-
abels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
Fig. 6-1
D
G
L
N
S1
S1
S2
S2
S3
S3
E
1
F
2
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
G
G
G
S1
S1
S1
S2
S2
S2
S3
S3
S3
E
1
1
1
F
2
2
2
*1
3 × 1,5 (Polar)
*1
*2
2 × 0,3 (Geen polariteit)
*3
*3
*3
*3
6.1. Binnenapparaat (Fig. 6-1)
1. Verwijder het servicepaneel voor elektrische aansluiting.
2. Verwijder de afdekking van de elektrische contactdoos.
3. Sluit de elektriciteitskabel en de regelkabel apart aan door de respectievelijke
kabel gaten zoals op de tekening aangegeven.
• Zorg ervoor dat de schroeven van de aansluitpunten niet los kunnen komen.
• Zorg dat er zoveel extra kabel aanwezig dat de elektrische aansluitkast bij onder-
houdswerkzaamheden onder het apparaat kan worden gehangen. (Ongeveer 50
to 100 mm)
A
Ingang voor regelkabel
B
Ingang voor elektriciteitskabel
C
Klem
D
Afdekking voor elektrische contactdoos
E
Servicepaneel voor elektrische bedrading
F
Tijdelijke haak voor elektrische contactdoos
G
Aansluitpunten voor binnen/buitenapparaat
H
Aansluiting voor afstandsbediening
I
Vastzetten met de klem
Aardaansluiting
1:1-systeem
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
G
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
S1
S2
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
S3
F Afstandsbediening
G Binnenapparaat
1
2
PLA
1 × Min.1,5
–
AC 230 V
DC24 V
DC12 V
61