6.2
Omgang met batterijen/oplaadbare batterijen
LET OP
Als u (oplaadbare) batterijen niet gebruikt zoals voorgeschreven, kan dit gevaarlijk zijn.
•
Gebruik alleen (oplaadbare) batterijen van hetzelfde type.
•
Let bij het plaatsen van de (oplaadbare) batterijen op de juiste polariteit. Als u ze verkeerde
polariseert, kunnen de (oplaadbare) batterijen en het apparaat beschadigd raken.
•
Gooi (oplaadbare) batterijen nooit in het vuur, want dan kunnen ze ontploffen.
•
De polen van (oplaadbare) batterijen mogen niet per ongeluk of opzettelijk aan elkaar worden
gekoppeld of met metalen voorwerpen in aanraking komen. Dat leidt tot oververhitting, ontploffing of
brand.
•
Batterijen/oplaadbare batterijen buiten het bereik van kinderen bewaren. Bij inslikken onmiddellijk een
arts raadplegen.
•
Gelekt batterijzuur kan blijvende schade veroorzaken aan het apparaat. Bijzonder voorzichtig
optreden bij het behandelen van beschadigde of lekkende (oplaadbare) batterijen. Corrosiegevaar!
Draag veiligheidshandschoenen.
•
Verwijder de (oplaadbare) batterijen wanneer de apparaten gedurende langere tijd niet worden
gebruikt.
6.3
Vuistregels voor een veilig gebruik
Voor een veilig gebruik van het apparaat moet u zich houden aan de volgende veiligheidsaanwijzingen:
– Het apparaat mag alleen door volwassenen in elkaar worden gezet. Tijdens het monteren moet u kleine
onderdelen buiten het bereik van kinderen houden.
– Laat kinderen niet spelen met het apparaat of met onderdelen ervan.
– Zorg ervoor dat de babyfoon en de netkabel zich altijd buiten het bereik van de baby bevinden.
– Dek de babyfoon niet af (met een handdoek, deken, enz.).
– Defecte onderdelen mag u alleen vervangen door originele vervangstukken. Alleen dan is gewaarborgd
dat ze voldoen aan de veiligheidsnormen.
– Schakel uw babyfoon overal uit waar dit van u gevraagd wordt via affiches of andere mededelingen.
Ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen gebruiken mogelijk apparaten die gevoelig reageren op hoge
frequenties van buitenaf.
7
Functie
De babyfoon bestaat uit twee eenheden, een voor de ouders en een voor de baby, die via draadloze communicatie
volgens de DECT-standaard met elkaar verbonden zijn.
Dankzij de DECT-technologie is dit apparaat beveiligd tegen afluisterpraktijken en ongevoelig voor storingen door
andere apparatuur.
De baby-eenheid begint uit te zenden zodra de microfoon een geluid opvangt. Deze geluiden worden dan door de
eenheid voor de ouders weergegeven. De gevoeligheid van de microfoon kan door de gebruiker worden ingesteld
(zie "9.8.7 Microfoongevoeligheid (VOX) instellen").
•
De babyfoon kan nooit een verantwoordelijke volwassene die correct toezicht uitoefent
vervangen, maar dient slechts ter ondersteuning.
7.1
Onderdelen van de baby-eenheid
Zie afbeelding
A
op het uitvouwblad.
1
Antenne
2
Nachtlampje
3
Display
4
Luidspreker
5
Microfoon
6
Paging-toets
7
Toets voor slaapliedje
8
Toets voor nachtlampje
9
Geluidsvolume verhogen
16
10 Afspeeltoets
11 Geluidsvolume verminderen
12 Aan/uittoets
13 Batterijdeksel
14 Aansluiting voor netadapter
15 Bevestigingsclips
16 SEDS-stralingsschakelaar
Babytalker 3500 SEDS