NL
= Risico's of onveilige handelingen die
WAARSCHUWING
kunnen leiden tot ernstig persoonlijk
letsel, de dood of aanzienlijke ma-
teriële schade.
= Risico's of onveilige handelingen die
OPGELET
kunnen leiden tot licht persoonlijk let-
sel of schade aan product of eigendom.
= Belangrijke informatie over installatie,
OPMERKING
bediening of onderhoud.
ALGEMENE BESCHRIJVING
De ARO-membraanpomp zorgt zelfs bij een lage luchtdruk
voor een afgifte in hoog volume en met een breed scala aan
compatibiliteitsopties voor materialen. Raadpleeg de model-
en optietabel. ARO-pompen hebben een uitvalbestendig
ontwerp en modulaire luchtmotor/vloeistofonderdelen.
Luchtaangedreven dubbele membraanpompen maken geb-
ruik van een drukverschil in de luchtkamers om afwisselend
zuig- en positieve vloeistofdruk in de vloeistofkamers te
creëren, waarbij kogelcontroles zorgen voor een positieve
vloeistofstroom.
De pomp zal beginnen met pompen als luchtdruk wordt
toegepast en deze zal blijven pompen en de vraag bijhoud-
en. Hij zal de leidingdruk opbouwen en handhaven en zal
de cyclus stoppen zodra de maximale leidingdruk is bereikt
(doseerinrichting gesloten) en zal het pompen hervatten als
dat nodig is.
LUCHT- EN SMEERVEREISTEN
OVERMATIGE LUCHTDRUK. Hierdoor kan
WAARSCHUWING
pompschade, persoonlijk letsel of materiële schade
ontstaan.
Er moet een filter worden gebruikt die deeltjes van 50 micron
y
of groter op de luchttoevoer kan filteren. Het geheel hoeft
niet worden gesmeerd, uitgezonderd het 'O'-ringsmeermid-
del dat wordt aangebracht bij montage of reparatie.
Indien er smeerlucht aanwezig is, moet deze conform zijn
y
met de 'O'-ringen in het luchtmotorgedeelte van de pomp.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Spoel de pomp altijd door met een oplosmiddel dat com-
y
patibel is met het materiaal dat wordt gepompt, indien het
materiaal dat wordt verpompt moet worden "ingesteld" als
de pomp gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Ontkoppel de luchttoevoer van de pomp als deze enkele
y
uren inactief zal zijn.
Het volume van het uitlaatmateriaal wordt niet alleen
y
bepaald door de luchttoevoer, maar ook door de mate-
riaaltoevoer bij de inlaat. De materiaaltoevoerslang mag
niet te klein of beperkend zijn. Gebruik geen slang die
zou kunnen instorten.
Wanneer de membraanpomp wordt gebruikt in een
y
situatie met gedwongen toevoer (overstroomde inlaat),
wordt aanbevolen om een "terugslagklep" te installeren
bij de luchtinlaat.
Bevestig de poten van de membraanpomp op een ges-
y
chikt oppervlak om schade door trillingen op te vangen.
y Hytrel® en Viton® zijn geregistreerde handelsmerken van DuPont Company. y Loctite® is een geregistreerd handelsmerk van Henkel Loctite Corporation. y Kynar® is een geregistreerd handelsmerk van Arkema Inc. y
y Santoprene® is een geregistreerd handelsmerk van Monsanto Company, in licentie gegeven aan Advanced Elastomer Systems, L.P. y ARO® is een gedeponeerd handelsmerk van Ingersoll-Rand Company. y
y Lubriplate® is een geregistreerd handelsmerk van Lubriplate Division (Fiske Brothers Refining Company). y 262 ™, 271 ™ en 572 ™ zijn handelsmerken van Henkel Loctite Corporation.y
Pagina 44 of 12
Raadpleeg de deelweergaven en beschrijvingen op pagina
45 t/m 48 voor informatie over onderdelen en servicekits.
y
y
y
y
y
1.
2.
3.
4.
5.
OPMERKING: Alleen PTFE-membraanmodellen gebruiken
een primaire membraan (7) en een steunmembraan (8).
Raadpleeg de hulpweergave in de illustratie van het Vloeis-
tofonderdeel.
4. Verwijder de (14) schroef, (6) membraanring, (7) of (7/8)
OPMERKING: Geen krassen maken op het oppervlak van de
(1) membraanstaaf.
y
y
y
y
y
y
y Hastelloy® is een gedeponeerd handelsmerk van Haynes International, Inc. y
ONDERHOUD
Bepaalde 'Smart Parts' van ARO zijn aangegeven als bes-
chikbaar voor snelle reparaties en vermindering van uit-
valtijd.
Servicekits zijn verdeeld om twee afzonderlijke
membraanpompfuncties te verwerken: 1. LUCHT-
GEDEELTE, 2. VLOEISTOFGEDEELTE. Het Vloeis-
tofgedeelte is verder verdeeld om te matchen met
typische materiaalonderdelen.
Zorg voor een schoon werkoppervlak om gevoelige
interne bewegende delen te beschermen tegen veron-
treiniging van vuil en vreemd materiaal tijdens de- en
hermontage.
Houd goede onderhoudsaantekeningen bij en laat de
pomp deel uitmaken van preventief onderhoud.
Leeg vóór demontage het opgevangen materiaal in het
uitlaatspruitstuk door de pomp ondersteboven te draa-
ien zodat materiaal uit de pomp kan worden afgetapt.
VLOEISTOFGEDEELTE DEMONTEREN
Verwijder (61) uitlaatspruitstuk, (60) inlaatspruitstuk.
Verwijder (22) kogels, (19) "O"-ringen (indien van toepass-
ing) en (21) zittingen.
Verwijder (15) vloeistofdoppen. OPMERKING: Alleen PT-
FE-membraanmodellen gebruiken een
primaire membraan (7) en een steunmembraan (8). Raad-
pleeg de
hulpweergave in de illustratie van het Vloeistofonderdeel.
membranen, (5) steunring en (196) slip.
VLOEISTOFGEDEELTE OPNIEUW MONTEREN
Zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar. Raad-
pleeg de koppelvereisten op pagina 46.
Reinig en inspecteer alle onderdelen. Vervang versleten
of beschadigde onderdelen indien nodig door nieuwe
onderdelen.
Smeer (1) membraanstaaf en (144) 'U'-dop met Lubriplate
FML-2 vet (94276 vetpakket is inbegrepen in de servicekit).
Zorg ervoor dat de membraanconstructie zich aan de
onderkant van de (1) stang bevindt, trek de PTFE-mem-
braanconstructie ver genoeg uit om de gaten uit te lijnen.
Voor modellen met PTFE-membranen: Het (8) Santopren-
emembraan wordt geïnstalleerd met de zijde gemarkeerd
met "AIR SIDE" in de richting van het middengedeelte van de
pomp. Monteer het PTFE-membraan (7) met de zijde gemar-
keerd "FLUID SIDE" in de richting van de vloeistofdop (15).
Controleer opnieuw de instellingen van het draaimoment
nadat de pomp herstart is en laat hem een tijdje draaien.
PX30X-XXX-XXX-CXXX (nl)