Onderhoudswerkzaamheden - Wetrok Speedmatic Twister Instrucciones De Manejo

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25

4 ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

Hoofdborstel
De hoofdborstel laadt het afval in de achterste bak.
LET OP: Veeg geen touwen, kabels en dergelijke op, want als deze verstrikt raken in de borstel kunnen de borstelharen worden beschadigd.
Het is in elk geval aan te raden om de borstel regelmatig te controleren.
Instelling van de hoofdborstel
De hoofdborstel mag de bodem slechts lichtjes raken en het spoor ervan op vlakke ondergrond bij stilstaande machine moet 3 cm breed zijn, (zie afb. A). Wanneer
de hoofdborstel in werkpositie de bodem niet meer raakt en vuilsporen achterlaat, betekent dit dat de diameter versleten is (5 mm) en dat de neerlaatinrichting als
volgt moet worden geregeld.
• draai moer 4 los
• verstel schroef 5 met de klok mee een inkeping (een inkeping bedraagt 2,5 mm = spoor van 3 cm)
• draai moer 4 weer vast
OPMERKING: De werkstand van de hoofdborstel in nieuwe staat is aangegeven door de tweede inkeping en pijl 3 (afb. 4).
Vervanging van de hoofdborstel
Verwijder de afvalbak en til de veegmachine vanaf de voorkant op.
Verwijder de beide schroeven 1, die de borstel op de aandrijfpen 2 vasthouden.
Verwijder de oude borstel en vervang deze door een nieuwe.
5 ZIJBORSTEL
De taak van de zijborstel is het schoonmaken van hoeken en randen, waarbij het vuil in het bereik van de hoofdborstel wordt gebracht.
Instelling van de zijborstel
De zijborstel moet op de bodem een spoor A conform tekening (afb. 5) achterlaten. Hiervoor moet door bediening van de instelmoer 1 geleidelijk met het verslijten
van de borstelharen de hoogte vanaf de bodem worden ingesteld (afb. 5) door de sluitmoer 2 los te draaien.
Vervanging van de zijborstel
Verwijder de drie schroeven 5 en de borstel laat los van de houder 4.
OPMERKING: In ruststand van de veegmachine moet de zijborstel altijd van de bodem worden getild, zodat deze niet wordt vervormd (verbuiging van de borstelharen).
6 AANDRIJFSYSTEEM
Drijfriemen
Controleer elke 100-150 gebruiksuren de riemspanning en -slijtage.
De riemen 3, 4, 5 (afb. 6) zijn elastisch en het spannen geschiedt automatisch.
Span indien nodig de riem 2 op de volgende manier:
Draai de schroef 1 en de moer 6 los;
Druk het drijfwiel 7 naar boven en schroef de schroef en de moer vast.
OPMERKING: Controleer na deze werkstap de afstand tussen de rol en het drijfwiel 7 (zie afb. 3).
7 VLAKFILTER VOOR HET FILTEREN VAN STOFLUCHT
De taak van de stoffilter is het filteren van de stoflucht die wordt aangezogen door het schoepenrad. Om deze reden moet ervoor worden gezorgd dat deze altijd
perfect functioneert.
OPMERKING: Als de veegmachine stof opwervelt, betekent dit dat de filter verstopt is.
Vlakfilterreiniging
De filterreiniging moet als volgt worden uitgevoerd:
Trek aan greep 4 die in verbinding staat met de hamer 5, laat deze los zodat deze met kracht tegen het frame van de filter 1 slaat; herhaal deze handeling
meerdere keren. Door de trillingen wordt het stof van de filter losgemaakt.
Neem ca. een keer per maand voor verbetering van het functioneren van de machine de filter 1 eruit en reinig deze zorgvuldig met perslucht, of nog beter met
een stofzuiger.
Demontage van de vlakfilter
Demonteer de filter als volgt:
Verwijder de afvalbak;
Draai de beide vleugelmoeren 2 eruit en verwijder de filtervergrendeling 3;
Trek de filter 1 eruit.
58
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido