Op de GMC kaart is een LED aanwezig die de eventuele
storingen op deze kaart signaleert.
Aan de hand van het knipperen van de Led kunt u de
storingscode in de volgende tabel opsporen. In het geval
meerdere storingen gemeld worden, zal de belangrijkste
storing gesignaleerd worden tot u deze fout verholpen heeft.
In het geval van een normale functionering knippert de LED
met een frequentie van ½ Hz. In het geval van een storing
gaat de LED 4 seconden uit en knippert vervolgens met een
frequentie van 1 Hz. De LED knippert het aantal keer dat
overeenstemt met de storingscode en vervolgens gaat hij 6
seconden uit. In het geval de storingscode uit twee cijfers
bestaat, wordt het knipperen 2 seconden lang onderbroken
teneinde het eerste en tweede cijfer aan te duiden.
Voorbeeld: storing 23: 4 seconden LED Uit. 2
knipperingen met een frequentie van 1 Hz. 2 seconden uit.
3 knipperingen met een frequentie van 1 Hz. 6 uit.
De cyclus wordt herhaald tot de uitschakeling van de unit,
tot het probleem verholpen is of als een belangrijkere
storing zich voordoet.
Foutcode
Beschrijving
2
Veilige invoer
3
Bevroren platenwarmtewisselaar
4
Huidige temperatuursensor koudemiddel (TR)
5
Temperatuursensor lucht GMC
6
Communicatieverlies met besturing NUI
7
Temperatuursensor omgeving besturing NUI
9
Fout sensor water / waterpomp
10
EEProm beschadigd
11
Gebruikersinterface instelling mismatch
12
4-weg klep fout
13
14
Signaalverlies van omzetterbord of bij vrijgave hoge temperatuur
15
Temperatuursensor uitgang water (LWT)
16
Alarm Test
17
Temperatuursensor lucht Inverter (TO)
18
Kortsluitingsbeveiliging inverter G-Tr
20
Fout positiecontrole van de compressorrotor
21
Fout stroomsensor inverter
Sensoren koudemiddel warmtewisselaar of afzuigleiding
22
compressor (TE) / (TS)
23
Temperatuursensor persleiding compressor (TD)
24
Fout motor ventilator
26
Andere fouten inverterkaart
27
Compressor geblokkeerd
28
Fout perstemperatuur
29
Defect compressor
30
Lagedruksysteem fout
31
Hogedruksysteem fout
Bevroren platenwarmtewisselaar
Als deze storingscode wordt weergegeven, is de
platenwarmtewisselaar bevroren tijdens koelbedrijf.
De unit kan alleen opnieuw gestart worden door de
voeding van de unit UIT -->AAN te zetten.
Neem voordat u dit doet, contact op met een
De complete installatie moet worden gecontroleerd (unit
en watercircuit).
94
Type veiligheidsmechanisme
Activering
Drukregelaar op hydraulisch
300kPa
circuit
Antivriesbescherming
Instelbaar tussen 3 en 9 °C
Vertraagde compressorstart
180 s max*
OFF-->ON
Vertraagde compressor stop
180 s*
ON-->OFF
Limiet Startaanloop
6 aanlopen/h*
compressor
* De 6 versnelling / h logica heeft de prioriteit
BELANGRIJK: Tijdens het verwarmen met
verwarmingspomp voert de unit ontdooicycli uit om
eventueel ijs te verwijderen dat zich bij lage temperaturen
in de buitenunit kan vormen.
De spoel schoonmaken
Ga indien nodig als volgt te werk om de spoel grondiger
schoon te maken:
Schakel de stroomtoevoer UIT (OFF).
Draai de bevestigingsschroeven van de bovenkant van de
unit los en haal de bedekking van de unit af. Maak de
spoel voorzichtig schoon met een stofzuiger van
binnen naar buiten toe. Verwijder met de stofzuiger ook
het stof uit het ventilatorgedeelte en van de bladen van de
ventilator. Let goed op dat u de bladen niet beschadigt,
anders kan de ventilator gaan trillen en lawaai maken.
Plaats de bedekking terug en draai de schroeven vast.
BELANGRIJK: De handeling moet door ervaren
personeel worden uitgevoerd.
11.1 - Controle koudemiddelvulling
Deze controle is noodzakelijk na koudemiddellekkage als
gevolg van onjuiste aansluiting, of na vervanging van de
compressor.
Nadat de leidingen weer zijn aangesloten moet de unit
worden gelektest, daarna gevacumeerd en eventueel
worden gevuld volgens de R.L.K. richtlijnen.
De beste methode voor het correct bijvullen van
koudemiddel is het koudemidd elcircuit helemaal leeg te
maken en koudemiddel-opvangapparatuur te gebruiken.
Gebruik de gegevens op de naamplaat van de unit om de
juiste hoeveelheid koudemiddel toe te dienen.
De systemen R-410A moeten gevuld worden met
vloeibaar koudemiddel. Gebruik de speciale
laadapparatuur (in de handel verkrijgbaar) om het
koudemiddel op de juiste manier te behandelen. De in de
compressor gebruikte olie is ESTER OIL VG74 (VG68
voor 12).
Geen koelmiddelen en glijmiddelen gebruiken naast
degene die vermeld zijn. Lucht niet comprimeren (Er mag
geen luchtinlaat zijn vanwege lekkage in het koelcycli).
Deactivering
N.V.T.
Instelbaar tussen 3
en 9 °C