W
ERKINGSSTANDEN SELECTEREN
1
Druk op
om de airconditioner in werking te zetten.
2
Druk op
om de werkingsstand te selecteren.
Als u de knop indrukt, wijzigt de stand in de volgende
volgorde:
(AUTO)
(COOL)
(DRY)
(HEAT)
3
Druk op
of
om de temperatuur in te stellen.
De temperatuur stijgt of daalt met 1°C als u de knop
indrukt.
Druk op
om de unit uit te zetten.
• Door op
te drukken wordt de eerstvolgende keer dat u de aircon-
ditioner gebruikt, de laatste instelling gekozen.
Bedieningsindicator
De bedieningsindicator geeft de werkingssituatie van de airconditioner weer.
Aanduiding
Werkingssituatie
De airconditioner moet de ingestelde
temperatuur bereiken
De kamertemperatuur benadert de
ingestelde temperatuur
Stand-bystand (alleen tijdens in-
schakelen multisysteemfunctie)
Licht op
Knippert
Kamertemperatuur
Wijkt ongeveer 2°C
of meer van de in-
gestelde tempera-
tuur af
Wijkt ongeveer 1
tot 2°C van de in-
gestelde tempera-
tuur af
—
Licht niet op
Stand AUTO
(Automatisch omschakelen)
De airconditioner registreert de kamertemperatuur en de ingestelde tempera-
tuur en selecteert aan de hand daarvan de werkingsstand. In de stand AUTO
tuur langer dan 15 minuten 2°C afwijkt van de ingestelde temperatuur.
Opmerking:
Als de multisysteemfunctie in werking is, is het mogelijk dat de airconditio-
ner niet kan omschakelen tussen de standen COOL en HEAT. In dit geval
schakelt de binnenunit om naar de stand-bystand.
Stand COOL
Stel de gewenste temperatuur in en geniet van de koele lucht.
Gebruik de stand COOL niet als de buitentemperatuur laag is (minder dan
-10°C). Er kan gecondenseerd water uit de airconditioner druppelen en
meubilair, enz. nat maken of beschadigen.
Stand DRY
Ontvochtig uw kamer. De kamer wordt enigszins gekoeld.
In de stand DRY kan de temperatuur niet worden ingesteld.
Stand HEAT
Stel de gewenste temperatuur in en geniet van de warme lucht.
Noodbediening
Als de afstandsbediening niet kan worden
gebruikt...
U kunt de noodbediening activeren door de noodbedieningsschakelaar (E.O.SW)
op de binnenunit in te drukken.
Als u de noodbedieningsschakelaar (E.O.SW) indrukt, wijzigen
de werkingsstanden in de volgende volgorde:
Bedieningsindicator
Emergency
COOL (nood-
koeling)
Emergency
HEAT (nood-
verwarming)
Stop
Opmerking:
De eerste 30 minuten na inwerkingtreding worden als test
gebruikt. De temperatuurregeling werkt dan niet en de venti-
latorsnelheid is ingesteld op High.
Automatische herstartfunctie
Indien zich een stroomstoring voordoet of de netspanning uitgeschakeld wordt
terwijl het apparaat in werking is, dan zorgt de automatische herstartfunctie er-
voor dat vanzelf weer gestart wordt in de stand die met de afstandsbediening
was ingesteld vlak voordat de stroom werd onderbroken. Wanneer de timer is
ingesteld, wordt de timer-instelling geannuleerd en start de airconditioner op het
moment dat de voeding wordt ingeschakeld.
Neem contact op met een onderhoudsmonteur als u deze functie niet wilt
gebruiken, aangezien de instellingen van de airconditioner dan gewijzigd
moeten worden.
Multisysteemfunctie
Met een buitenunit kunnen twee of meer binnenunits worden bediend. Als er
meerdere binnenunits tegelijkertijd werken, dan kan er niet tegelijkertijd worden
gekoeld en verwarmd. Wanneer COOL is geselecteerd op een unit en HEAT op
een andere of vice versa, dan wordt de laatste de stand-bystand.
Ingestelde temperatuur: 24°C
Ventilatorsnelheid: Medium
Horizontale schoep: Auto
Du-4