alcohol of medicijnen bent . Eén
moment van onoplettendheid bij het
gebruik van het elektrische
gereedschap kan leiden tot ernstig
letsel.
b) Draag persoonlijke
beschermende uitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Draag
altijd een veiligheidsbril. Het dragen
van persoonlijke beschermende
uitrusting zoals een stofmasker,
werkschoenen met stroeve zool,
een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk
van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap,
vermindert de kans op letsel.
c) Voorkom het per ongeluk
inschakelen. Controleer of het
elektrische gereedschap is
uitgeschakeld voordat de steker
in het stopcontact wordt
gestoken en/of de accu wordt
aangesloten, het gereedschap
wordt opgepakt of gedragen. Als
bij het dragen van het elektrische
gereedschap uw vinger op de
schakelaar ligt of als het
gereedschap ingeschakeld op het
lichtnet wordt aangesloten, kan dit
leiden tot ongevallen.
d) Afstelgereedschap of
schroefsleutels verwijderen
voordat het elektrische
gereedschap wordt
ingeschakeld. Afstelgereedschap
of een sleutel dat/die in een
draaiend deel van het apparaat zit
kan leiden tot letsel.
HSE 41, HSE 51
e) Voorkom een onnatuurlijke
lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele houding en bewaar altijd
het evenwicht. Hierdoor kan het
elektrische gereedschap in
onverwachte situaties beter onder
controle worden gehouden.
f)
Geschikte kleding dragen. Geen
loshangende kleding of sieraden
dragen. Haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van
bewegende delen houden.
Loshangende kleding, sieraden of
lange haren kunnen blijven haken
aan bewegende delen.
g) Als er stofafzuig- en
-stofopvanginrichtingen kunnen
worden gemonteerd, moet
worden gecontroleerd of deze
zijn aangesloten en correct
worden gebruikt. Het gebruik van
een stofafzuiginrichting beperkt het
gevaar door stof.
4) Het gebruik van en de omgang met
elektrisch gereedschap
a) Het apparaat niet overbelasten.
Gebruik voor uw werkzaamheden
het daarvoor bestemde
elektrische gereedschap. Met het
passende elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven capaciteitsbereik.
b) Geen elektrisch gereedschap
gebruiken waarvan de schakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) De steker uit de contactdoos
trekken en/of de accu uit het
apparaat nemen alvorens
afstelwerkzaamheden uit te
voeren, toebehoren te vervangen
of het apparaat op te bergen.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
het onbedoeld aanlopen van het
elektrische gereedschap.
d) Niet-gebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik
van kinderen opbergen.
Elektrisch gereedschap niet laten
gebruiken door personen die er
niet mee vertrouwd zijn of die de
instructies niet hebben gelezen.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk
als dit door onervaren personen
wordt gebruikt.
e) Elektrisch gereedschap
zorgvuldig onderhouden.
Controleer of de bewegende
delen correct functioneren en dat
deze niet klemmen, gebroken of
beschadigd zijn omdat hierdoor
de werking van het elektrische
gereedschap nadelig wordt
beïnvloed. Beschadigde
onderdelen voor het gebruik van
het apparaat laten repareren. Vele
ongevallen zijn te wijten aan slecht
onderhouden elektrisch
gereedschap.
Nederlands
239