INBEDRIJFSSTELLING
10.4.2 Kabeldiameter
Bescherming van aansluitkabels en hoofdschakelaar
De onderstaande tabel toont de aanbevolen minimumdiameter voor niet-meegeleverde kabels en bijbehorende de
hoofdschakelaars:
Model
Netvoeding
Alle binnenunits
RAS-4FSVN3E
1~ 230V 50Hz
RAS-5FSVN3E
RAS-6FSVN3E
RAS-4FSNY3E
RAS-5FSNY3E
3N~ 400V 50Hz
RAS-6FSNY3E
?
O P M E R K I N G
•
ELB: Aardlekschakelaar, CB: Zekeringautomaat
•
Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het kiezen van kabels, zekeringautomaten en aardlekschakelaars.
•
Gebruik bedrading die niet lichter is dan het gebruikelijke met polychloropreen beklede flexibele snoer (code H05RN-F).
11 INBEDRIJFSSTELLING
Wanneer de installatie is voltooid, laat u het systeem volgens
de hierna beschreven procedure proefdraaien en overhandigt u
het systeem aan de klant. Laat de binnenunits één voor één op
volgorde proefdraaien en controleer of de elektrische bedrading
en de koudemiddelleidingen correct zijn aangesloten.
Laat het systeem proefdraaien volgens de beschrijving onder
"11.1 Procedure voor proefdraaien met de afstandsbediening
op de volgende pagina.
(PC-ARFPE voorbeeld)"
!
L E T O P
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
•
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1MΩ door de
weerstand te meten tussen de aarde en de klem van de elektrische
onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat eventuele elektrische
lekken zijn opgespoord en verholpen. Druk de spanning op de
klemmen niet af voor transmissie 1 en 2.
•
Controleer of de afsluiters van de buitenunit volledig zijn geopend en
start vervolgens het systeem.
•
Controleer of de schakelaar van de hoofdvoedingsbron minimaal 12
uur AAN staat, zodat de compressorolie kan zijn verwarmd door het
verwarmingselement voor de olie.
Let op het volgende terwijl het systeem werkt:
•
Raak geen onderdelen aan de zijde van de uitlaatgassen aan met
uw hand. De compressorkamer en de leidingen aan de uitlaatzijde
bereiken een temperatuur van meer dan 90ºC.
145
PMML0389B rev.1 - 07/2016
Diameter van
Max.
voedingskabel
stroom
(A)
EN60 335-1
5,0
0,75 mm²
26,0
6,0 mm
2
26,0
6,0 mm²
26,0
6,0 mm²
13,0
4,0 mm²
13,0
4,0 mm²
13,0
4,0 mm²
Diameter transmissiekabel
EN60 335-1
0,75 mm²
•
DRUK NIET OP DE KNOP VAN DE MAGNEETSCHAKELAAR(S), dit
veroorzaakt ernstige ongelukken.
•
Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten nadat u
de hoofdschakelaar hebt uitgezet.
•
Controleer of de sluitventielen van de gasleiding en de vloeistofleiding
volledig zijn geopend.
•
Controleer of er geen koudemiddel lekt. De opgetrompte moeren
raken soms los door trillingen tijdens het transport.
•
Controleer of de koudemiddelleidingen en de elektrische bedrading
overeenkomen met hetzelfde systeem.
•
Controleer of de DIP-switches op de printplaat van de binnen- en
buitenunits correct zijn ingesteld.
•
Controleer of de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunits
is aangesloten zoals wordt afgebeeld in het hoofdstuk
bedrading".
!
L E T O P
Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt aangeschaft
(hoofdschakelaars, zekeringautomaten, kabels, geleidingsaansluitingen
en draadklemmen) overeenkomen met de vermelde elektrische gegevens
in de technische catalogus van de unit. Controleer ook of de onderdelen
voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
CB
ELB
(A)
(aantal polen/A/mA)
6
32
2/40/30
32
32
20
20
4/40/30
20
"10 Elektrische