NEDERLANDS
1 Sluitplaat
2 Batterij
3 Oplaadlampje
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Diameter schijf met verzonken center ......... 100 mm
Toerental onbelast/min. (min
Totale lengte ................................................ 225 mm
Netto gewicht .................................................. 1,0 kg
Nominale spanning .................................... DC 7,2 V
• In verband met ononderbroken research en ontwik-
keling behouden wij ons het recht voor boven-
staande technische gegevens te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN
HET BATTERIJPAK
1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — In deze
gebruiksaanwijzing
veiligheids-
en
betreffende de batterijlader (snellader).
2. Lees alle voorschriften en waarschuwingen
betreffende (1) de batterijlader, (2) het batterij-
pak en (3) het gereedschap aandachtig door
alvorens de batterijlader in gebruik te nemen.
3. LET OP — Om het gevaar voor ongelukken te
verminderen, dient u met de snellader uitslui-
tend MAKITA oplaadbare batterijen te laden.
Batterijen van andere merken kunnen gaan
barsten en hierdoor verwondingen of schade
veroorzaken.
4. Stel de batterijlader niet bloot aan regen of
sneeuw.
5. Het gebruik van accessoires die niet door de
fabrikant van de batterijlader worden verkocht
of aanbevolen, kan brandgevaar, elektrische
schok of verwondingen veroorzaken.
6. Om de stekker en het netsnoer niet te bescha-
digen, trekt u het netsnoer uit het stopkontakt
door de stekker vast te pakken.
7. Let op dat het snoer zodanig op de grond ligt,
dat niemand erop kan stappen of erover kan
struikelen en dat er niets op het snoer
geplaatst wordt.
16
Verklaring van algemene gegevens
4 Schroef
5 Buitenflens
6 Schijf met verzonken center
9500D
–1
) ....................... 5 500
staan
belangrijke
bedieningsvoorschriften
7 Zeskantsleutel
8 Asvergrendeling
9 Schakelaar
8. Gebruik in geen geval de batterijlader als het
netsnoer of de stekker beschadigd is. Vervang
deze onmiddellijk.
9. Gebruik de batterijlader ook niet als deze
gevallen is, aan een zware stoot heeft blootge-
staan, of als u vermoedt dat hij beschadigd is.
Laat in deze gevallen de batterijlader eerst
nakijken.
10. Haal de batterijlader of het batterijpak niet uit
elkaar; laat eventuele servicebeurten of repa-
raties uitsluitend vakkundig uitvoeren. Het
onjuist opnieuw in elkaar zetten kan namelijk
elektrische schok of brandgevaar opleveren.
11. Om gevaar voor elektrische schok te vermin-
deren, trekt u de stekker uit het stopkontakt
alvorens de batterijlader te reinigen of een
onderhoudsbeurt te geven. Door de batterijla-
der alleen maar uit te schakelen, vermindert u
dit gevaar niet.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN
HET BATTERIJPAK
1. Laad het batterijpak niet op als de temperatuur
LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C.
2. Gebruik voor het laden nooit een step-up
transformator,
gelijkstroombron.
3. Zorg dat de ventilatiegaten van de batterijlader
niet afgesloten worden of verstopt raken.
4. Bedek altijd de polen van de accu met het
accudeksel wanneer u de accu niet gebruikt.
5. Voorkom kortsluiting van het batterijpak:
(1) Raak de aansluitklemmen nooit aan met
geleidend materiaal.
(2) Bewaar het batterijpak niet op een plaats
waar ook andere metalen voorwerpen
zoals
spijkers,
bewaard.
(3) Stel het batterijpak niet bloot aan water of
regen.
Kortsluiting van het batterijpak kan leiden tot
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden of zelfs tot defecten.
6. Bewaar de batterijlader en het batterijpak niet
in plaatsen waar de temperatuur tot 50°C of
hoger kan op lopen.
7. Werp zwaar beschadigde of volledig uitge-
putte batterijpakken niet in het vuur, omdat
een gevaarlijke explosie er het gevolg van kan
zijn.
8. Wees voorzichtig dat u het batterijpak niet laat
vallen en het niet aan schokken of stoten
blootstelt.
een
dynamo
of
munten
e.d.
worden
een