NL
opnieuw in gebruik neemt
en ermee werkt.
■
Als de grasmaaier abnormaal
begint te trillen, is een onmid-
dellijke controle vereist:
■
Zoek naar schade.
■
Voer de vereiste reparaties
aan beschadigde onderde-
len uit.
■
Zorg ervoor dat alle moe-
ren, bouten en schroeven
stevig zijn aangedraaid.
■
Werk niet met het apparaat in
slechte weersomstandighe-
den, vooral niet bij regen of
dreigend onweer.
3.1.4 Onderhoud en opslag
■
Zorg ervoor, dat alle moeren,
bouten en schroeven vast
aangehaald zijn en dat het ap-
paraat zich in een veilige
werkpositie bevindt.
■
Controleer de grasvanger re-
gelmatig op slijtage of verlies
van functionaliteit.
■
Vervang om veiligheidsrede-
nen versleten of beschadigde
onderdelen.
■
Houd er rekening mee dat bij
apparaten met meerdere
maaimessen de draaiing van
één maaimes tot draaiing van
de andere maaimessen kan
leiden.
44
■
Let er bij het afstellen van het
apparaat op dat er geen vin-
gers klem komen te zitten tus-
sen bewegende maaimessen
en vaste delen van het appa-
raat.
■
Laat de motor afkoelen voor-
dat u het apparaat opbergt.
■
Let er bij het onderhoud van
de maaimessen op dat de
maaimessen zelfs wanneer
de stroom is uitgeschakeld
kunnen worden bewogen.
■
Vervang om veiligheidsrede-
nen versleten of beschadigde
onderdelen. Gebruik alleen
originele reserveonderdelen
en accessoires.
3.2 Belasting door trillingen
■
Gevaar door trillingen
De werkelijke trillingsemissie-
waarde tijdens het gebruik
van het apparaat kan afwijken
van de door de fabrikant op-
gegeven waarde. Let voor of
tijdens het gebruik op de vol-
gende factoren die van in-
vloed zijn:
■
Wordt het apparaat ge-
bruikt voor het beoogde ge-
bruik?
■
Wordt het materiaal op de
juiste wijze gesneden of
verwerkt?
Veiligheidsinstructies