Rookmelders zouden als basisvoorziening
kinderkamers en gangen, die als vluchtwegen dienen, steeds in het midden van
de ruimte uitsluitend aan het plafond (geen wandmontage) moeten worden
geïnstalleerd (afb. 2).
Kies een zo hoog mogelijk gelegen montagelocatie met een minimale afstand
van 50 cm tot omliggende wanden, meubels en lampen. U bereikt een optimale
verzorging
als de toestellen ook in alle overige ruimtes en in het trappenhuis
RM
worden geïnstalleerd. In wasruimtes (badkamer, toilet etc.) is een rookmelder in
de regel niet nodig in verband met het gering brandgevaar.
Houdt u zich ook aan de afbeeldingen in deze handleiding!
Waar de rookmelder niet geïnstalleerd moet worden
•
•
•
•
•
Locatie kiezen
buitenshuis (toepassing uitsluitend in gesloten ruimtes);
in ruimtes waarin het alarm door storende invloeden (stoom,
condensatie, „normale" rook, damp, stof, vuil of vet) af kan
gaan;
naast een ventilatieafvoer of soortgelijke
ventilatieopeningen (tocht);
in omgevingen waar de temperatuur onder de 0 °C dalen of
boven de 40 °C oplopen kan;.
op een ondergrond met onvoldoende draagvermogen of als
door de toestand van de ondergrond montage met pluggen
niet mogelijk is.
in alle slaapkamers,
RM
76