4. Installeren van de koelstofleidingen
=
A+a+b+c+d+e+f
L = A+f
=
80m, R= f
H
=
30m (Lagere H buiten
=
h
12m
A
L
r
B
D
a
b
c
d
e
C
C
C
C
C
Fig. 4-1
A
45°±2°
A Afsnijmaten tromp
B Aanhaalmoment flensmoer
Fig. 4-2
A (Fig. 4-2)
Buitendiameter koperen pijp
Afmetingen tromp
(mm)
ø6,35
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
B (Fig. 4-2)
Buitendiameter koperen pijp Buitendiameter flensmoer
(mm)
ø6,35
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø12,7
ø15,88
ø15,88
A
Fig. 4-3
36
A+B+C+D+a+b+c+d+e
=
120m
L = A+B+C+D+e
=
80m
R= B+C+D+e
=
30m
H
=
30m (Lagere H buiten
=
h
12m
A
L
r
B
C
D
e
B
a
b
c
d
C
C
C
C
120m
=
30m
=
20m)
A : Buitenapparaat
B : Eerste aftakking
C : Binnenapparaat
D : Cap
f
C
B
C
D
øA (mm)
8,7 - 9,1
Aanhaalmoment
(mm)
(N·m)
17
14 - 18
22
34 - 42
22
34 - 42
26
49 - 61
29
68 - 82
29
68 - 82
36
100 - 120
A
A Optrompgereedschap
B Koperen pijp
B
A
PUMY-P100-140
=
20m)
B, C, D
Ç Totale capaciteit binnenapparaten
a, b, c, d, e, f
Î Modelnummer
20, 25, 32, 40, 50
63, 80, 100, 125, 140
C
Ï 4-Aftakkingsstuk
CMY-Y64-G-E
4.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-2)
Fig. 4-1 is een voorbeeld van een leidingsysteem.
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal
bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "flare"-moer vastdraait. A
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast. B
• Gebruik, nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, een lekkagedetector of zeepsop
om te controleren of er gaslekken zijn.
• Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken. C
• Gebruik de flensmoeren voor de volgende pijpafmetingen. D
Gaszijde
Afmeting leiding (mm)
Vloeistofzijde
Afmeting leiding (mm)
• Let er bij het buigen van de pijpen op dat u deze niet breekt. Een buigstraal van 100
mm tot 150 mm is voldoende.
• Let erop dat de pijpen de compressor niet raken. Hierdoor kunnen ongewone ge-
luiden of trillingen ontstaan.
1 Begin met het aansluiten van de pijpen bij het binnenapparaat.
Trek de flensmoeren aan met een momentsleutel.
2 Tromp de vloeistof- en gaspijpen op en breng een dun laagje koelolie aan op de
aansluitingsoppervlakken.
• Als een gewoon pijpafdichtmiddel wordt gebruikt, zie dan Tabel 1 voor het optrompen
van R410A-koelstofpijpen.
Gebruik de maatafstemmingsmeter om de afmetingen A te controleren.
Tabel 1 (Fig. 4-3)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
Å Vloeistofpijp
ı Gaspijp
ø9,52
ø15,88
Å Vloeistofpijp
ı Gaspijp
ø9,52
ø15,88
Å Vloeistofpijp
ı Gaspijp
ø6,35
ø12,7
ø9,52
ø15,88
‰ Model aftakkingsset
CMY-Y62-G-E
Ì 8-Aftakkingsstuk
CMY-Y68-G-E
Binnenapparaat
20-50
63-140
ø12,7
ø15,88
ø6,35
ø9,52
A (mm)
Trompgereedschap voor R410A Trompgereedschap voor R22·R407C
Type koppeling
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
(mm)
(mm)
(mm)
Buitenapparaat
100-140
ø15,88
ø9,52