16. Schakel het gereedschap altijd uit en wacht tot-
dat de schijf tot volledige stilstand is gekomen,
alvorens het werkstuk te verwijderen of vast te
zetten, de klemschroef vaster te zetten, de werk-
positie of de snijhoek te veranderen, of de schijf
te vervangen.
17. Raak het werkstuk niet aan onmiddellijk na het
werken, aangezien het dan gloeiend heet is en
brandwonden kan veroorzaken.
18. Berg de schijven uitsluitend op een droge plaats
op.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Verwijderen of installeren van de afkortschijf
(Fig. 1 en 2)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
schijf te verwijderen of te installeren.
Om de schijf te verwijderen, eerst de veiligheidskap
omhoogbrengen. Druk daarna de asvergrendeling in
zodat de schijf niet kan draaien en draai de zeskantbout
met de dopsleutel naar links los.
Verwijder dan de zeskantbout, de buitenflens en de
schijf.
Opmerking: Verwijder niet de binnenflens, de ring en de
O-ring.
Om de schijf te installeren, volg de procedure voor het
verwijderen in omgekeerde volgorde op.
LET OP:
• Zorg ervoor dat de zeskantbout goed wordt vastge-
draaid. Een te los aangetrokken zeskantbout kan oor-
zaak zijn van ernstige verwonding. Gebruik de
bijgeleverde dopsleutel om het juiste aantrekkoppel te
verzekeren.
• Gebruik uitsluitend de juiste binnen- en buitenflenzen
die bij dit gereedschap zijn meegeleverd.
• Breng altijd de veiligheidskap omlaag na het vervangen
van de schijf.
Vonkscherm (Fig. 3)
Het vonkscherm is in de fabriek gemonteerd met zijn
onderkant tegen het voetstuk. Als het gereedschap in
deze positie wordt gebruikt, zullen er veel vonken rond-
vliegen. Draai de schroef los en breng het vonkscherm
omhoog naar een positie waarbij er zo weinig mogelijk
vonken rondvliegen.
Stopplaat (Fig. 4)
De stopplaat voorkomt dat de afkortschijf in aanraking
komt met de werkbank of de vloer. Wanneer een nieuwe
schijf wordt gemonteerd, zet u de stopplaat in positie (A).
Wanneer de schijf zo ver is afgesleten dat het onderste
gedeelte van het werkstuk niet wordt afgesneden, zet u
de stopplaat in positie (B) om de snijcapaciteit van de
afgesleten schijf te vergroten.
18
Afstand tussen klemschroef en geleideplaat
(Fig. 5 en 6)
De oorspronkelijke afstand tussen de klemschroef en de
geleideplaat is 0 – 170 mm. Wanneer een grotere
afstand vereist is voor uw werk, kunt u de afstand als
volgt wijzigen.
Verwijder de twee zeskantbouten waarmee de geleide-
plaat is vastgezet. Beweeg de geleideplaat zoals afge-
beeld in Fig. 6 en zet deze dan vast met de
zeskantbouten. De volgende afstanden zijn mogelijk:
35 – 205 mm
70 – 240 mm
LET OP:
Bij gebruik van de twee grotere afstanden, kunnen
smalle werkstukken mogelijk niet veilig worden vastge-
zet.
Instellen van de snijhoek (Fig. 7)
Om de snijhoek te veranderen, draait u de twee zeskant-
bouten van de geleideplaat los. Zet de geleideplaat op de
gewenste hoek (0° – 45°) en draai de zeskantbouten ste-
vig vast.
LET OP:
Maak nooit rechtse versteksneden wanneer de geleide-
plaat op 35 – 205 mm of 70 – 240 mm is ingesteld.
Vastzetten van werkstukken
Door de klemhendel linksom te draaien en dan de klem-
moer naar links te draaien, komt de klem los van de
asschroefdraad en kan hij snel in en uit worden bewo-
gen. Om een werkstuk vast te zetten, drukt u de klem-
hendel in tot de klemplaat het werkstuk raakt. Draai dan
de klemmoer naar rechts en draai de klemhendel
rechtsom om het werkstuk vast te zetten.
(Fig. 8)
LET OP:
Draai de klemmoer altijd volledig naar rechts om het
werkstuk vast te zetten. Wanneer u dit niet doet, zal het
werkstuk niet goed vastzitten. Hierdoor kan het werkstuk
worden weggeslingerd of kan een gevaarlijke schijfbreuk
worden veroorzaakt.
Wanneer de afkortschijf aanzienlijk is versleten, plaatst u
een hard, onontvlambaar afstandsstuk achter het werk-
stuk zoals afgebeeld in Fig. 9. Met een versleten schijf
krijgt u de beste resultaten door het middenpunt op de
omtrek van de schijf te gebruiken voor het snijden van
het werkstuk.
Voor het schuin snijden van werkstukken die breder zijn
dan 65 mm, dient u een recht stuk hout (afstandsstuk)
dat langer is dan 190 mm en breder dan 45 mm aan de
geleideplaat te bevestigen, zoals aangegeven in Fig. 10.
Bevestig dit afstandsstuk door middel van schroeven die
u door de gaten in de geleideplaat aanbrengt.
De schijf zal langer meegaan wanneer u een afstands-
stuk gebruikt dat een beetje smaller is dan het werkstuk
zoals afgebeeld in Fig. 11.
Lange werkstukken dienen aan beide kanten te worden
ondersteund door blokjes onontvlambaar materiaal,
zodat het werkstuk horizontaal op het voetstuk blijft rus-
ten. (Fig. 12)