OBJ_BUCH-1536-004.book Page 43 Tuesday, September 6, 2016 11:34 AM
Inzetgereedschap inzetten
Trek de vergrendelingshuls 3 naar voren, duw het inzetge-
reedschap tot aan de aanslag in de gereedschapopname 2 en
laat de vergrendelingshuls 3 weer los om het inzetgereed-
schap te vergrendelen.
Gebruik alleen bits met kogelsluiting 1 (DIN 3126-E6.3). An-
dere bits 13 kunt u met behulp van een universeelbithouder
met kogelsluiting 12 inzetten.
Inzetgereedschap verwijderen
Trek de vergrendelingshuls 3 naar voren en verwijder het in-
zetgereedschap.
Gebruik
Werking
De gereedschapopname 2 met het inzetgereedschap wordt
door een elektromotor via een transmissie en slagmechanis-
me aangedreven.
De bewerking bestaat uit twee fasen:
schroeven en vastdraaien (slagmechanisme in actie).
Het slagmechanisme wordt actief zodra de schroefverbinding
vast komt te zitten en de motor daardoor wordt belast. Het
slagmechanisme zet daarmee de kracht van de motor om in
gelijkmatige draaislagen. Bij het losdraaien van bouten of
moeren verloopt dit proces omgekeerd.
Ingebruikneming
Accu plaatsen
Gebruik alleen originele Bosch-lithiumionaccu's met
de op het typeplaatje van het elektrische gereedschap
aangegeven spanning. Het gebruik van andere accu's kan
tot verwondingen en brandgevaar leiden.
Zet de draairichtingomschakelaar 9 in de middelste stand om
het elektrische gereedschap tegen onbedoeld inschakelen te
beschermen.
Duw de opgeladen accu 7 van voren in de voet van het elektri-
sche gereedschap tot de accu zeker vergrendeld is.
Draairichting instellen (zie afbeelding B)
Met de draairichtingomschakelaar 9 kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen. Als de aan/uit-
schakelaar 10 is ingedrukt, is dit echter niet mogelijk.
Rechtsdraaien: Als u schroeven wilt indraaien of moeren wilt
vastdraaien, duwt u de draairichtingomschakelaar 9 naar
links tot deze niet meer verder kan.
Linksdraaien: Als u schroeven of moeren wilt uit- of losdraai-
en, drukt u de draairichtingschakelaar 9 naar rechts tot aan
de aanslag door.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen drukt u op
de aan/uit-schakelaar 10 en houdt u deze ingedrukt.
De lamp 4 brandt als de aan/uit-schakelaar 10 licht of volledig
is ingedrukt. Met de lamp kan de plaats waar wordt gewerkt
bij ongunstige lichtomstandigheden worden verlicht.
Bosch Power Tools
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen laat u de
aan/uit-schakelaar 10 los.
Om energie te besparen, schakelt u het elektrische gereed-
schap alleen in wanneer u het gebruikt.
Toerental instellen
U kunt het toerental van het ingeschakelde elektrische ge-
reedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar
10 indrukt.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar 10 heeft een lager toe-
rental tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental
hoger.
Temperatuurafhankelijke beveiliging tegen overbelas-
ting
Bij gebruik volgens de voorschriften kan het elektrische ge-
reedschap niet worden overbelast. Bij te sterke belasting of
verlaten van het toegestane accutemperatuurbereik van
0–70 °C wordt het toerental verminderd. Het elektrische ge-
reedschap loopt pas na het bereiken van de toegestane ac-
cutemperatuur weer met volledig toerental.
Bescherming tegen te sterk ontladen
De lithiumionaccu is door middel van „Electronic Cell Protec-
tion (ECP)" beschermd tegen te sterk ontladen. Als de accu
leeg is, wordt het elektrische gereedschap door een veilig-
heidsschakeling uitgeschakeld. Her inzetgereedschap be-
weegt niet meer.
Tips voor de werkzaamheden
Plaats het elektrische gereedschap alleen uitgescha-
keld op de moer of schroef. Draaiende inzetgereed-
schappen kunnen uitglijden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur. Het maxi-
maal bereikte draaimoment resulteert uit de som van alle door
slagen veroorzaakte afzonderlijke draaimomenten. Het maxi-
male draaimoment wordt na een slagduur van 6–10 secon-
den bereikt. Na deze tijd wordt het aandraaimoment nog
slechts minimaal verhoogd.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimoment worden
bepaald. Het feitelijk bereikte aandraaimoment moet altijd
met een draaimomentsleutel worden gecontroleerd.
Schroefverbindingen met harde, verende of zachte be-
vestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen bereikte
draaimomenten worden gemeten en naar een diagram wor-
den overgebracht, wordt de curve van een draaimomentver-
loop verkregen. De hoogte van de curve duidt het maximaal te
bereiken draaimoment aan. De steilheid geeft aan in welke
tijd dit wordt bereikt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende factoren af:
– Sterkte van de schroeven en moeren
– Soort ondergrond (ring, schotelveer, dichting)
– Sterkte van het te schroeven materiaal
– Smeeromstandigheden van de schroefverbinding
Nederlands | 43
1 609 92A 2CW | (6.9.16)