Nederlands
Als er geen draad meer in de spoel
aanwezig is, de maaidraad vervangen –
zie "Maaidraad vervangen".
286
Acculader op het lichtnet
aansluiten
De netspanning en de werkspanning
moeten overeenkomen.
De netsteker (1) in de
N
contactdoos (2) steken
1
Na het aansluiten van de acculader op
het lichtnet vindt een automatische
zelftest plaats. Tijdens deze test brandt
LED (1) op de acculader gedurende
ca. 1 seconde groen, daarna rood en
gaat weer uit.
Accu laden
Bij de aflevering is de accu niet volledig
geladen.
Wij adviseren, de accu voor de eerste
ingebruikneming volledig te laden.
2
De acculader op het lichtnet
1
N
aansluiten – de netspanning van het
lichtnet en de werkspanning van de
acculader moeten met elkaar
corresponderen – zie "Acculader op
het lichtnet aansluiten"
De acculader alleen in afgesloten en
droge ruimten bij
omgevingstemperaturen van +5 °C tot
+40 °C (41° F tot 104° F) gebruiken.
Alleen droge accu's laden. Een vochtige
accu voor aanvang van het laden laten
drogen.
Accu (1) tot aan de eerst merkbare
N
weerstand in de acculader (2)
schuiven – vervolgens tot aan de
aanslag hierin drukken
2
FSA 65, FSA 85