Honda HRS536SDE Manual Del Propietário página 93

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 33
ONDERHOUDSSCHEMA
Interval
Voor elk gebruik
Mes en mesbouten: Controleren (bladzijde 5)
(bladzijde 13)
Motorolie: Controleren (bladzijde 6)
Luchtfilter: Controleren (bladzijde 6)
Vliegwiel Remhendel: Controleren, Afstellen
(bladzijde 13)
Na 1ste maand of
Motorolie: Verversen (bladzijde 11)
5 bedrijfs-uren
Luchtfilter: Reinigen (bladzijde 12)
Elke 25 uren
Motorolie: Verversen (bladzijde 11)
Elke 50 uren
Luchtfilter: Reinigen (bladzijde 12)
Elke 100 uren
Bougie: Reinigen/Afstellen (bladzijde 12)
Vonkenvanger: Reinigen
Vliegwiel Remhendel: Controleren, Afstellen
(bladzijde 13)
Stationair toerental: Control/Nastell
Klepspeling: Nastellen
Benzinetank: Reinigen
Remblok vliegwiel: Controleren
Gaskabel: Nastellen
Pignon toestellen: Smeer
Elk 150 uren
Luchtfilter: Vervangen (bladzijde 12)
Bougie: Vervangen (bladzijde 12)
Inspecteer-Smeer achterwiel adjuster bus
Elke 2 jaar
Benzineleiding: Vervangen
1. Vaker bij gebruik in stoffige omgeving.
2. Door de dealer laten uitvoeren, tenzij u zelf beschikt over het
benodigde gereedschap en de vereiste kennis. Raadpleeg in dat
geval het Honda werkplaatshandboek.
3. In Europa en andere landen waar richtlijn 2006/42/EC voor
machines van kracht is, dient deze reiniging door uw
onderhoudsgarage te worden uitgevoerd.
Nalaten dit onderhoudsschema op te volgen kan storingen tot gevolg
hebben die niet door de garantie worden gedekt.
Onderdeel
1
1
1
3
(bladzijde 13)
2
2
2
2
2
2
2
2
NEDERLANDS
MOTORONDERHOUD
Motorolie verversen
Tap oude olie af als de motor nog warm is, omdat de olie dan het
snelst en volledig wordt afgetapt.
1. Zet de brandstofkraan DICHT. Hiermee beperkt u het risico van
brandstoflekkage (bladzijde 4).
2. Veeg het gebied rond de vulopening schoon en verwijder de
olievuldop.
3. Zet een opvangblik naast
de maaier om de
afgewerkte olie op te
vangen en kantel de
maaier naar rechts. De
olie komt door de
vulopening naar buiten.
Laat alle olie eruit lopen.
Help grondwatervervuiling
te voorkomen. Gooi
afgewerkte olie niet
zomaar weg, maar breng
het in een oud blik naar een innamepunt voor afgewerkte olie.
Gooi het niet in de vuilnisbak, in het riool of in de tuin.
4. Vul het carter met het
aanbevolen type olie
(bladzijde 6) tot aan de
bovenste streep op de
oliepeilstok. Meet het oliepeil
zoals beschreven op de
volgende pagina.
5. Als u de olie hebt ververst,
zet u de maaier overeind om
het oliepeil te controleren
voordat u de motor start:
a. Verwijder de olievuldop
[1].
b. Veeg de oliepeilstok [1]
schoon.
c. Plaats de oliepeilstok [1]
terug zonder de dop vast
te draaien. Controleer het
oliepeil dat op de peilstok
aangegeven wordt.
d. Als de olie onder het
onderste streepje [2] op
de peilstok staat vult u olie
bij tot aan het bovenste
streepje [3]. Vul niet
teveel olie bij om te
voorkomen dat olie in het
luchtfilter terecht komt.
OPMERKING
Als u de motor laat draaien met een te laag oliepeil, kan
motorschade optreden.
e. Draai de olievuldop stevig vast.
[1]
[2]
[3]
11
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido