Honda HRS536SDE Manual Del Propietário página 88

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 33
Oliepeil
Zet de motor uit en plaats de maaier op een vlakke ondergrond als u
het oliepeil gaat controleren.
Gebruik alleen olie voor viertaktmotoren met de aanduiding SH of
vergelijkbare mengsels met een hoog detergensgehalte. Gebruik olie
met een viscositeit die geschikt is voor de gemiddelde
buitentemperatuur.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor
algemeen gebruik. Mengsels met
een andere viscositeit zijn geschikt
voor gebruik bij een gemiddelde
buitentemperatuur zoals
aangegeven in onderstaande grafiek.
OPMERKING
OPMERKING
• Starten van de motor bij een laag oliepeil kan de motor
beschadigen.
• Gebruik van olie met een laag detergensgehalte kan de levensduur
van de motor verkorten, en gebruik van tweetaktmengsels kan de
motor beschadigen.
1. Neem de dop van de
olietank [1] en verwijder
de olie van de peilstok.
2. Steek de oliepeilstok in
de olietank, maar schroef
de dop niet vast.
Controleer het oliepeil op
de peilstok.
3. Als het oliepeil dicht bij
het onderste merkteken [3] staat,
vult u de olie bij tot aan het bovenste
merkteken [2]. Vul niet teveel olie
bij.
4. Breng de dop van de olietank [1]
weer aan en draai hem goed vast.
Benzine
Deze motor is gecertifieerd voor werking op loodvrije benzine, met
een research-octaangetal van 91 of hoger.
We raden aan om na elk gebruik bij te tanken zodat er zo weinig
mogelijk lucht in de brandstoftank aanwezig is.
Zorg dat de motor uit staat en dat er voldoende ventilatie is als u
benzine bijvult. Als de motor heeft gelopen, laat u hem eerst afkoelen.
Vul de benzine nooit bij in een ruimte waar benzinedampen kunnen
ontbranden door open vuur of vonken.
U mag normale loodvrije benzine gebruiken met maximaal 10%
ethanol (E10) of 5% methanol van de inhoud. Daarnaast moet
methanol cosolvents en corrosievertragers bevatten. Gebruik van
benzine met hogere percentages ethanol of methanol dan hier
aangegeven, kunnen problemen veroorzaken met starten en/of de
rijprestaties. Tevens kan het de metalen, rubber en plastic onderdelen
van het brandstofsysteem beschadigen. Bovendien is ethanol
hygroscopisch, dit betekent dat het water aantrekt en vasthoudt in het
brandstofsysteem. Beschadiging van de motor en problemen met
rijprestaties die het resultaat zijn van gebruik van benzine met een
percentage ethanol of methanol dat groter is dan hier aangegeven,
vallen niet onder de garantie.
Gelieve als uw apparaat gebruikt zal worden op occasionele of
periodieke basis(meer dan 4 weken tussen gebruik) het onderdeel
Brandstof te raadplegen in het hoofdstuk BERGING (bladzijde 15),
voor aanvullende informatie met betrekking tot de kwaliteitsafname
van brandstof.
6
30
5W-30 • 10W-30
0
20
40
60
80
100°F
-20
-10
0
10
20 30 40°C
[1]
[1]
[2]
[3]
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Benzine is licht ontvlambaar en explosief.
Bij het hanteren van brandstof is het risico van
brandwonden of zwaar letsel zeer groot.
• Zet de motor af en houd hem buiten het bereik van hitte,
vonken en open vuur.
• Hanteer brandstof uitsluitend buitenshuis.
• Dweil gemorste benzine onmiddelijk op.
Gebruik nooit verschaalde of verontreinigde benzine en ook geen
olie/benzine-mengelingen. Vuil of water moeten uit de brandstoftank
geweerd worden.
OPMERKING
OPMERKING
Benzine tast verf en kunststof aan. Let erop dat u geen benzine morst
als u de tank bijvult. Schade ontstaan door gemorste benzine valt niet
onder de garantie.
Draai de dop van de
benzinetank [1] los en
controleer het benzinepeil. Vul
de tank bij als het benzinepeil
laag is. Wees voorzichtig met
bijvullen om morsen te
voorkomen. Vul de tank niet te
veel; het benzinepeil dient niet
tot de hals van de tank [2] te
reiken.
Draai na het vullen de tankdop stevig vast.
Zet de maaimachine ten minste 3 meter uit de buurt van de
brandstofbron en -locatie voordat u de motor start.
Brandstoftank
Sla uw brandstof in een nette, plastic, afgesloten container op die
geschikt is voor brandstofopslag. Sluit het ventilatiegat af (indien
voorzien) en stel de de tank niet bloot aan direct zonlicht. Als de
brandstof langer dan 3 maanden wordt opgeslagen, raden we aan bij
het vullen van de tank een stabiliseringsmiddel aan de brandstof toe
te voegen.
Als u op het einde van het seizoen nog brandstof in uw opslagtank
heeft, dan raadt het milieubeschermingsagentschap aan om deze
benzine in de brandstoftank van uw auto te gieten.
Luchtfilter
Verwijder het deksel [1]. Zorg dat de luchtfilter [2] zuiver en in goede
staat is. Een vuile luchtfilter beperkt de luchtdoorvoer naar de
carburator, met verminderde motorprestaties als gevolg. Ga naar
bladzijde 12 voor informatie over het onderhoud van de luchtfilter.
[1]
[2]
[2]
[1]
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido