wegnemen; draai hiervoor de vastzetschroeven
(12) los.
2) Om het apparaat te richten, draait u de twee vast-
zetschroeven (12) op de montagebeugel los. Stel
de gewenste hellingshoek van het toestel in en
draai de schroeven weer vast.
5
Bediening
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de POWER-
jack (7) en plug de stekker in een stopcontact
(230 V~/50 Hz). Op deze manier is het apparaat
ingeschakeld; het display (2) licht op. U kunt de
besturing resetten, en op het display wordt de soft-
wareversie weergegeven. Daarna is het apparaat
gebruiksklaar. Trek de stekker uit het stopcontact
om het apparaat uit te schakelen.
Voor een makkelijker bediening is het aangera-
den het toestel in een stopcontact te pluggen dat u
via een lichtschakelaar kan in- en uitschakelen.
5.1 Muzieksturing
U kunt de stroboscoop met muziek sturen via de
ingebouwde microfoon. Hiervoor moet de master-
modus zijn ingeschakeld: De gele LED MASTER (5)
licht op en op het display verschijnt de melding
. Indien dit niet het geval is, activeer de modus
dan als volgt:
1) Druk tweemaal op de toets MENU (3), zodat op
het display
(master mode) verschijnt.
2) Druk op de toets ENTER (6). Op het display flik-
kert de melding
.
3) Ga met de toets DOWN of UP (4) naar de instel-
ling
.
4) Om op te slaan, drukt u opnieuw op de toets
ENTER. Het display geeft
kelt dan naar
.
Opmerking: Elke toets moet binnen de 3 secon-
den worden ingedrukt. Anders wordt de instelling
niet gewijzigd en verdwijnt het menu opnieuw.
1) Atornille el estroboscopio con el soporte de mon-
taje (13) en el lugar elegido; para mejorar la
manipulación, es posible sacar el soporte destor-
nillando las tuercas de bloqueo (12), si es
necesario.
2) Para orientar el aparato, desatornille del soporte
las dos tuercas bloqueo (12); regule la inclina-
ción deseado y atornille.
5
Funcionamiento
Conecte el cable de conexión a la toma de red (7)
del aparato y la otra extremidad a un enchufe de
230 V~/50 Hz. El aparato está entonces conectado:
el display (2) brilla. El control se reinicializa y la ver-
sión del software aparece en el display. Después, el
aparato está listo para funcionar. Para apagar el
aparato, desconecte el cable de conexión.
Para mejorar la utilización, le aconsejamos co-
nectar el aparato a una toma de red que dispone de
un interruptor.
5.1 Control mediante música
El estroboscopio puede controlarse por música me-
diante el micro integrado. Active el modo master: el
LED MASTER amarillo (5) brilla y aparece en el dis-
play el mensaje siguiente:
active el modo como explicado a continuación:
1) Pulse dos veces la tecla MENU (3) hasta que
aparezca en el display
2) Pulse la tecla ENTER (6). El display indica par-
padeando
.
3) Con la tecla DOWN o UP (4), conmute en la
opción
.
4) Para memorizar, pulse de nuevo la tecla ENTER;
el display indica
y después conmuta en
.
Consejo: si no pulsa cada tecla antes de unos
tres segundos, no se modifica la opción y se
borra el menú.
Stel de muziekinstallatie in op het overeenkomstige
volume, zodat de dynamiek van de muziek optimaal
door de lichtflits wordt weergegeven. De groene
LED SOUND (5) licht even op, wanneer het appa-
raat door een muzieksignaal een bepaalde flitsvol-
gorde start.
5.1.1 Meerdere stroboscopen aaneenschakelen
U kunt maximaal 8 STROBE-200DMX-apparaten
aaneenschakelen om zo via de microfoon van het
centrale apparaat (master) alle overige randappara-
ten (slave) te besturen.
1) Verbind de jack DMX OUT (9) van het centrale
apparaat via een 3-polige XLR-kabel (b.v. serie
MEC-... of MECN-... uit het gamma van "img
Stage Line") met de jack DMX IN (10) van het
eerste randapparaat.
2) Verbind de jack DMX OUT van het eerste rand-
apparaat met de jack DMX IN van het tweede
randapparaat etc. tot alle apparaten in een ket-
ting met elkaar zijn verbonden.
De jack DMX OUT kan worden vergrendeld.
Om de stekker uit te trekken, drukt u op de
PUSH-hendel.
3) Het centrale apparaat in de mastermodus scha-
kelen (zie 5.1, Bedieningsstappen 1 tot 4).
4) Stel op het centrale apparaat het aantal aange-
sloten nevenapparaten in:
a) Druk driemaal op de toets MENU (3), zodat op
het display
b) Druk op de toets ENTER (6). Op het display
knippert de melding
c) Schakel met de toets DOWN of UP (4) naar:
d) Om op te slaan, drukt u opnieuw op de toets
weer en scha-
ENTER. Het display geeft
schakelt dan naar
Opmerking: Elke toets moet binnen de 3 secon-
den worden ingedrukt. Anders wordt de instelling
niet gewijzigd en verdwijnt het menu opnieuw.
Regule el volumen audio de la instalación corres-
pondiente de manera a que la dinámica de la
música se restituya de manera óptima por los fla-
shes. El LED verde SOUND (5) brilla brevemente
cuando el aparato arranca una secuencia de flashes
vía una señal musical.
5.1.1 Activación combinada de varios estrobos-
copios
Es posible hacer funcionar hasta 8 STROBE-
200DMX y controlar vía el micro del aparato princi-
pal (master) todos los aparatos auxiliares (slave).
1) Conecte la toma DMX OUT (9) del aparato prin-
cipal vía un cable XLR 3 polos (p. ej. la serie
MEC-... o MECN-... de la gama "img Stage Line")
a la toma DMX IN (10) del primer aparato auxiliar.
2) Conecte la toma DMX OUT del primer aparato au-
xiliar a la toma DMX IN del segundo aparato auxi-
liar y así sucesivamente, hasta que todos los apa-
ratos estén conectados formando una cadena.
La toma de salida DMX dispone de un bloqueo.
Para conectar el conector, pulse la palanca PUSH.
3) Conmute el aparato principal en modo master
(vea capítulo 5.1 puntos 1 a 4).
4) En el aparato principal, seleccione la cantidad de
aparatos auxiliares conectados:
a) Pulse tres veces la tecla MENU (3) hasta que
. Si no es el caso,
parezca en el display el mensaje siguiente:
b) Pulse la tecla ENTER (6). El display indica
parpadeando:
(master mode).
c) Con la tecla DOWN o UP (4), conmute en:
show)
show)
d) Para memorizar, pulse de nuevo la tecla
ENTER. El display indica
Consejo: si las teclas no se pulsan antes de
unos tres segundos, no se modifica el reglaje y
se borra el menú.
(show mode) verschijnt.
resp.
bij 1 – 3 nevenapparaten (4 light show)
bij 4 – 7 nevenapparaten (8 light show)
weer en
.
(show mode).
/
.
para 1 a 3 aparatos auxiliares (4 light
para 4 a 7 aparatos auxiliares (8 light
y conmuta en
.
5) Op de nevenapparaten moet de slavemodus zijn
ingeschakeld: De rode LED SLAVE (5) licht op.
Indien dit niet het geval is, activeer de modus dan
als volgt:
a) Druk tweemaal op de toets MENU (3), zodat
op het display
jnt.
b) Druk op de toets ENTER (6). Op het display
flikkert de melding
c) Ga met de toets DOWN of UP (4) naar de
instelling
.
d) Om op te slaan, drukt u opnieuw op de toets
ENTER. Op het display verschijnt
dan het adres 1 (standaardinstelling).
6) Stel op het centrale apparaat het DMX-adres 1 in
en op de nevenapparaten de volgende adressen:
1ste randapparaat adres 3
2de randapparaat adres 5
3de randapparaat adres 7
4de randapparaat adres 9
5de randapparaat adres 11
6de randapparaat adres 13
7de randapparaat adres 15
a) Druk eenmaal op de toets MENU (3), zodat de
melding
(address) op het display ver-
schijnt.
b) Druk op de toets ENTER (6). Op het display
verschijnt het huidige adres.
c) Stel met de toets DOWN of UP (4) het over-
eenkomstige adres in.
d) Om op te slaan, drukt u opnieuw op de toets
.
ENTER. Op het display verschijnt
dan opnieuw het adres.
De aaneengeschakelde apparaten flitsen vol-
gens een vastgelegd patroon. Er zijn twaalf ver-
schillende patronen geprogrammeerd (zie figuur
3 op de volgende pagina). Tijdens het gebruik
worden de patronen in willekeurige volgorde
doorlopen. Op het centrale apparaat geeft het
display steeds het nummer van het huidige
patroon weer:
5) En los aparatos auxiliares, el modo slave debe
estar conectado: el LED rojo SLAVE (5) brilla; si
no es el caso, active el modo como explicado a
continuación:
a) Pulse dos veces las tecla MENU (3) hasta que
aparezca en el display
b) Pulse la tecla ENTER (6). El display indica
parpadeando el mensaje siguiente
c) Con la tecla DOWN o UP (4), conmute en la
opción siguiente
d) Para memorizar, pulse de nuevo la tecla
ENTER. El display indica
1 (opción fábrica).
6) En el aparato principal, regule la dirección DMX 1
y en los aparatos auxiliares, regule las direccio-
nes siguientes:
1er aparato auxiliar: dirección 3
2º aparato auxiliar: dirección 5
3º aparato auxiliar: dirección 7
4º aparato auxiliar: dirección 9
5º aparato auxiliar: dirección 11
6º aparato auxiliar: dirección 13
7º aparato auxiliar: dirección 15
a) Pulse de nuevo la tecla MENU (3) hasta que
aparezca en el display el mensaje siguiente
(address).
b) Pulse la tecla ENTER (6). El display indica la
dirección actual.
c) Con la tecla DOWN o UP (4), regule la direc-
ción correspondiente.
d) Para memorizar, pulse de nuevo la tecla
ENTER. El display indica
dirección.
Los aparatos funcionan en combinación y pro-
yectan flashes según un modelo determinado; 12
modelos distintos están programados (vea
esquema 3, página siguiente). Durante el funcio-
namiento, los modelos desfilan en orden aleato-
rio. En el aparato principal, el display indica siem-
pre el número del modelo actual:
NL
B
(master mode) verschi-
.
en
en
E
(master mode).
.
.
y la dirección
y de nuevo la
13