Onderhoud
Voor onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden aan het
apparaat altijd de netsteker uit de
contactdoos trekken.
Om probleemloos werken te
garanderen, adviseren wij de volgende
werkzaamheden steeds voor het
gebruik van het apparaat uit te voeren:
Waterslang, hogedrukslang,
N
spuitlans en toebehoren voor de
aansluiting met water doorspoelen
Zand en vuil op de steekkoppeling
N
van de spuitlans en de
koppelingsmof van het spuitpistool
verwijderen
Hogedruksproeier reinigen
Een verstopte sproeier leidt tot een te
hoge pompdruk, met het oog hierop is
direct reinigen noodzakelijk.
Apparaat uitschakelen
N
De hendel van het spuitpistool
N
ingeknepen houden totdat het water
alleen nog maar uit de sproeierkop
druppelt – de druk in het apparaat is
nu afgebouwd
RE 362, RE 362 PLUS, RE 462, RE 462 PLUS
Spuitlans verwijderen
N
De sproeier met een hiertoe
N
geschikte naald reinigen
LET OP
De sproeier alleen reinigen als de
spuitlans is losgemaakt.
De spuitlans vanaf de sproeierzijde
N
met water doorspoelen
Watertoevoerzeef schoonmaken
De zeef in de watertoevoer al
naargelang de omstandigheden
eenmaal per week of vaker reinigen.
2
1
Slangkoppeling (1) losmaken
N
Borgdraad voorzichtig met een tang
N
losmaken, zeef (2) wegnemen en
afspoelen
Controleren of de zeef in goede
N
staat verkeert – een beschadigde
zeef moet worden vervangen
Zeef (2) aanbrengen en met
N
borgdraad borgen
Ventilatieopeningen reinigen
Het apparaat schoonhouden, zodat de
koellucht via de openingen in het
apparaat vrij in en uit kan stromen.
Aansluitingen invetten
De aansluitingen op de hogedrukslang
indien nodig invetten.
Steunpoot controleren
Om een veilige stand van het apparaat
te waarborgen, de voorste steunpoot bij
beschadiging of slijtage vervangen.
Nederlands
223