Installatie En Bediening; Gasaansluiting - Lincoln Electric LINC FEED 40 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 31
GASFLESSEN KUNNEN EXPLODEREN BIJ BESCHADIGING: Gebruik alleen gasflessen die het
juiste beschermgas voor uw lasproces bevatten en gebruik bijbehorende reduceerventielen. Houd
gasflessen altijd verticaal en zet ze vast op een onderstel of andere daarvoor geschikte plaats.
Verplaats of transporteer geen flessen zonder kraanbeschermdop. Voorkom dat elektrode,
elektrodehouder of andere elektrisch hete delen in aanraking komen met de fles. Plaats flessen
zodanig dat geen kans bestaat op omverrijden of blootstelling aan andere materiële beschadiging en
een veilige afstand tot las- of snijdwerkzaamheden en andere warmtebronnen, vonken of spatten
gewaarborgd is.

Installatie en Bediening

Lees dit hoofdstuk alvorens het apparaat te installeren
of te gebruiken.
Product Omschrijving
De LF 40 is een proffesionele, digitaal bestuurde
dradaanvoerkoffer. Op de juiste manier aangesloten
ondersteunt deze de volgende lasprocessen: GMAW,
GMAWP, FCAW en SMAW processes. De LF40
draadaanvooerkoffer is deel van een modulair, multi
proces systeem.
De LF40 is een 4 rol draadaanvoerkoffer die werkt met
een primaire voeding van 40V DC.
De LF 40 draadaanvoerkoffer is ontworpen om gebruikt
te worden is een systeem met bybehorende
stroombronnen. Elk component in dit systeem
isvoorzien van speciale circuits om te "Praten" met de
andere systeemcomponenten, zodat elk component te
allen tijde weet wat de andere componenten doen.
Aanbevolen systeemapparatuur
De LF40 kan alleen gebruikt worden met stroombronnen
die voorzien zijn van digitale communicatie
mogelijkheden en 40 VDC hulpspanning. Momenteel
zijn de Powerwave stroombronnen hiervoor bruikbaar
(PW455 / PW405 / PW345).
Inschakelduur
De LF40 draadaanvoerkoffer heeft een inschakelduur
van 100%, (continue lassen). In dit geval is de
inschakelduur van de stroombron de bepalende factor.
Locatie
De machine is ontwikkeld voor gebruik onder slechte
omstandigheden. Echter het is belangrijk om een aantal
eenvoudige preventieve maatregelen te nemen om een
lange en ongestoorde levensduur te verzekeren.
Plaats of gebruik het apparaat niet op een helling
met een hoek van meer dan 15°.
Gebruik deze machine niet voor het ontdooien van
waterleidingen.
Zorg voor een opstelling waarbij koellucht vrij kan
circuleren en dek de machine niet af met papier,
kleding en dergelijke.
Beperk zoveel mogelijk het binnendringen van stof
en vuil (let op bij slijpwerk).
De beschermingsgraad is IP23. Houdt de installatie
droog en plaats deze niet op een natte ondergrond.
Plaats het apparaat niet in de directe omgeving van
radiografisch bestuurde apparatuur om ongewenste
reacties te voorkomen (letsel of schade aan
machines). Lees tevens het hoofdstuk EMC in dit
manual.
Gebruik het apparaat niet in een omgeving met een
temperatuur boven 40°C.
Primaire aansluiting
Schakel de installatie niet in alvorens de spanningfase
en de frequentie te controleren; zorg vooral voor een
goede aardverbinding met het voedingsnet.

Gasaansluiting

Plaats de gasfles op de machine en zet deze vast.
Monteer de drukregelaar en sluit de gasslang aan.
Draadaanvoer
Monteer de draadhaspel zodanig dat bij afwikkelen
deze tegen de klokrichting indraait.
De draaddiameter moet overeenkomen met de
diameter die zichtbaar is op de draadaanvoerrol (bij
montage). Is de diameter niet juist draai dan de
draadaanvoerrollen om of verwissel deze voor een
exemplaar met de gewenste diameter.
Opmerkingen: Iedere draadaanvoerrol is voorzien
van twee groeven, elk voor het aanvoeren van een
andere diameter.
Zie toebehoren voor de beschikbare draadaan-
voerrollen v.w.b. draadtype en diameter.
Open de drukrolbrug met hefboom zodat de
drukrollen vrijkomen van de draadaanvoerrollen.
Voer de lasdraad in via de invoernippel tot de draad
uit de pistooladapter komt. Sluit de drukrolbrug.
Gebruik de instelmoer om de druk op de lagers te
wijzigen.
Instelling drukrol
Voor dunne draaddiameters en aluminiumdraden
varieert de druk afhankelijk van; draadtype, oppervlakte
gesteldheid, smering en hardheid.
Een te hoge druk veroorzaakt vervorming van de
draden. De draad kan vastlopen, breken of een
vroegtijdige slijtage van de aanvoermotor veroorzaken.
Stel de druk terug en probeer opnieuw.
Een te lage druk kan een onregelmatige aanvoer tot
gevolg hebben.
Aansluiten laspistool
Voer de lasdraad in via de invoernippel van het
laspistool en breng het pistool in de juiste positie
voor de aansluiting.
Duw de adapter voorzichtig aan en schroef het
pistool vast met de kunststofmoer.
Verwijder het gasmondstuk van het pistool en draai
het draadmondstuk uit het tussenstuk.
Schakel de stroombron in.
G-2
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido