6. Apparaat +/-
Apparaat +/- kan gebruikt worden om apparaten toe te voegen of te verwijderen. Bij deze functie zijn de volgende waarden beschikbaar:
Melder toev (Melder Toevoegen)
Wijzig melder
Wis melder
Program Sirene
Leer PSS in
Leer RP in
Melder toev
1. Om een sensor of detector in te leren in het systeem, selecteer Melder toev en druk op "OK" om te bevestigen.
2. Druk op de leer knop op de sensor of detector, kijk in de handleiding van de sensor of detector voor details.
3. Als een signaal ontvangen wordt, zal het scherm de informatie van het apparaat tonen. Druk op "OK" om te bevestigen. Als het apparaat al bestaat in
het systeem, zal het scherm de boodschap "Bestaat al in het systeem" weergeven:
4. Selecteer het zone nummer voor het apparaat en kies "OK" om te bevestigen.
5. Voor Deur Contacten en Bewegingsmelders (PIR, dient u een attribuut in te stellen voor het apparaat, de beschikbare attri buten zijn:
•
Inbraak (I
Wanneer het systeem is ingeschakeld en een melder met het attribuut Inbraak iets detecteert, dan wordt meteen het Inbraak alarm geactiveerd.
Wanneer de melder wordt geactiveerd tijdens het aftellen bij binnenkomst of het verlaten van het huis wordt het alarm niet geactiveerd.
•
Thuis Alarm (T
Wanneer het systeem is ingeschakeld in de modus Thuis Alarm en de melder heeft ook het attribuut Thuis Alarm, dan zal deze geen alarm maken
als er iets gedetecteerd wordt. Een melder met het attribuut Inbraak zal dan wel alarm slaan (ook als het systeem ingeschakeld is op Thuis Alarm.
Als het systeem wordt ingeschakeld op de stand Inbraak, dan zullen de melders met attribuut Thuis Alarm direct alarm slaan als deze iets detecteren.
Thuis Alarm wordt veel gebruikt wanneer er delen van het huis zijn welke niet geactiveerd hoeven te worden. Bijvoorbeeld wanneer men thuis is,
maar het alarm wel wil inschakelen voor bepaalde delen van het huis. Het komt voor dat de melders bij slaapvertrekken met het attribuut Thuis
Alarm worden ingesteld, zodat het alarm dan niet zal gaan luiden als daar beweging is (als het systeem is ingesteld op Thuis Alarm.
•
Toegangstijd (V
Wanneer het systeem het Alarm heeft ingeschakeld en een melder met het attribuut "Toegangstijd" wordt geactiveerd, zal het regel paneel de
Resttijd IN timer starten zodat de gebruiker het systeem kan uitschakelen.
Als de timer is afgelopen en de juiste PIN code niet is ingevoerd, zal het regel paneel de sirene activeren om de gebruiker te herinneren de juiste
PIN code in te voeren.
Als het regel paneel dan niet uitgeschakeld wordt binnen 30 seconden zal het inbraak alarm worden verstuurd. Het uitschakelen van het regel
paneel binnen de 30 seconden zal het systeem terugzetten in de Uitgeschakelde Modus en de Sirene uitschakelen. Er wordt geen Alarm melding
verzonden.
Wanneer de Deurbel functie is ingeschakeld en het systeem niet ingeschakeld staat en een melder met als attribuut "Toegangstijd" wordt
geactiveerd, zal het regel paneel een deurbel geluid laten horen.
6. Geef een naam in voor een apparaat, druk op "OK" om te bevestigen. U kunt de naam ook leeg laten.
7. Het scherm zal informatie over de melder tonen, druk op "OK" om te bevestigen en het inleren van het apparaat af te sluiten.
Het Apparaat type wordt geïdentificeerd door een afkorting in het systeem:
Wijzig melder
Gebruik Wijzig Melder om de instellingen van melders aan te passen. Het scherm zal de beschikbare melders tonen.
1. Kies de melder en druk op "OK" om te bevestigen.
2. Wijzig de melder informatie conform de instellingen bij Melder toev.
Wis melder
Deze functie kan gebruikt worden om bestaande melders te verwijderen uit het systeem.
1. Selecteer de melder welke verwijderd moet worden, druk op "OK" om te bevestigen.
2. U wordt gevraagd om de actie te bevestigen, druk nogmaals op "OK" om te bevestigen.
3. De melder wordt nu uit het systeem verwijderd.
89