ONDERHOUD
Onderhoudsschema
Hierna volgt een lijst met onderhoudsprocedures
die aan de machine moeten worden uitgevoerd.
Ga voor punten die niet in deze handleiding
worden beschreven naar een geautoriseerde
CONTROLEER
Parkeerrem afstellen
Oliepeil van de motor (altijd na brandstof bijvullen)
Veiligheidssysteem
Brandstof- en olielekkage
Schade
Losse bevestigingsmaterialen (schroeven, moeren)
Schade aan maaidek
Bandendruk
Accuaansluitingen
REINIGEN
Koelluchtinlaat van motor
Onder het maaidek
Rond de motor
Rond riemen, poelies
Koelluchtinlaat van motor
Schuimrubberen voorfilter van luchtreiniger
Papieren filtercartridge van luchtreiniger
DAARNAAST
Geluiddemper/vonkenvanger inspecteren
De motor en messen starten en controleren of er
ongewone geluiden hoorbaar zijn
De maaibladen slijpen
●
= Beschreven in deze handleiding
♦
= Niet beschreven in deze handleiding
■
= Zie de handleiding van de motorfabrikant
1)
Eerste keer verversen na 8-10 uur.
Bij intensief gebruik of bij hoge
omgevingstemperaturen moet de olie elke
50 uur worden ververst.
2)
In stoffige omstandigheden moeten deze
onderdelen vaker worden gereinigd en
vervangen.
3)
Uitgevoerd door een erkende
servicewerkplaats.
ONDERHOUD
2)
3)
/ vervangen
servicewerkplaats. Er moet elk jaar een
onderhoudsbeurt door een geautoriseerde
servicewerkplaats worden uitgevoerd om uw
machine in optimale staat te houden en voor een
veilige werking.
Lees Algemeen onderhoud in het hoofdstuk
Veiligheidsinstructies.
ELKE DAG
VOOR
●
■
●
♦
2)
2)
WAARSCHUWING! Voordat u
onderhoud uitvoert of onderdelen afstelt:
• Activeer de parkeerrem.
• Zet de messchakelaar in de uitgeschakelde
positie.
• Draai de contactschakelaar naar de stand
UIT en haal de sleutel uit het contact.
• Controleer of alle messen en alle
bewegende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen.
ONDERHOUDSIN-
TERVAL IN UREN
MINIMAAL
ÉÉN KEER
NA
PER JAAR
●
♦
●
●
●
●
■
●
♦
♦
■
■
■
♦
♦
●
50
250
500
●
●
●
♦
♦
♦
●
●
●
●
●
●
●
●
●
♦
♦
♦
♦
♦
♦
■
■
■
■
■
♦
♦
♦
●
●
●
255