Als de afstandsbediening langere tijd niet
wordt gebruikt, neemt u de batterij eruit, zodat
de afstandsbediening niet wordt beschadigd bij
eventueel uitlopen van de batterij .
Lege batterijen horen niet in het huis-
vuil . Verwijder ze voor een milieuvrien-
delijke verwerking uitsluitend als KGA
(bijv . de inzamelbox in uw gespeciali-
seerde elektrozaak) .
4.5 Extra accu aansluiten
Om de bedrijfsduur te verlengen, kunt u een bij-
komende afzonderlijk verkrijgbare accu van het
type NPA-12 / 7 aansluiten . Wegens de gevaren
bij verkeerde hantering mag de accu uitsluitend
door vakmensen worden ingebouwd .
1) Zorg dat de PAS-250D uitgeschakeld en van
de lader is gekoppeld .
2) Open het deksel (21) voor de accuvakken na
het uitdraaien van de centrale schroef .
3) Sluit de accu aan op de beide kabels in het
vrije vak, en let daarbij zeker op de correcte
polariteit (rood = +) .
Opmerking: Mocht de accu niet in het vrije vak pas-
sen, wissel dan eventueel de positie en de aansluitin-
gen van de beide accu's om .
4) Brengt het deksel opnieuw aan .
5 Bediening
1) Alvorens een eerste keer in te schakelen
draait u alle volumeregelaar (6, 7, 11) in de
stand "0" . Zo vermijdt u een onverwacht
hoog geluidsvolume bij het inschakelen .
2) Schakel de aangesloten geluidsbronnen en /
of radiozender in .
3) Schakel de versterker in met de schakelaar
(17) . De led PWR ON (16) licht op . Boven-
dien wordt met een led (14) de laadtoe-
stand van de accu's aangegeven . Als de led
LOW brandt, moet de accu geladen worden
☞
(
hoofdstuk 4 .2)
4) Speel bijvoorbeeld muziek af van een aan-
gesloten geluidsbron of spreek in een via
kabel aangesloten of draadloze micro-
foon . (bediening van de audiospeler/ Blue-
tooth-ontvanger
☞
hoofdstuk 5 .1 tot 5 .3)
5) Stel het geluidsvolume voor de geluidsbron-
nen in met de respectieve regelaar .
LEVEL (6):
geluidsbron op de ingang
1 MIC / LINE IN
2 WIRELESS (7): radiomicrofoon
PLAYER (11):
geluidsbron op de ingang
3 LINE IN en audiospeler/
Bluetooth-ontvanger
WAARSCHUWING Gebruik het apparaat
Vermijd akoestische terugkoppeling (luide
fluittoon), door de luidsprekers niet op de
microfoon te richten en voor voldoende af-
stand tot de microfoon te zorgen .
Een schakeling voor niveaubegrenzing voor-
komt automatisch vervormingen bij hoge ge-
luidsvolumes . Uw activiteit wordt door de led
LIMITER (15) aangegeven .
6) Stel met de regelaar TONE (8) de gewenste
klank voor de microfoons of voor een op de
bus (5) aangesloten geluidsbron in . Stel met
de regelaar TONE (12) de klank in voor een op
de bussen 3 LINE IN aangesloten geluidsbron
evenals de audiospeler/ Bluetooth-ontvanger
in . Voor de audiospeler/ Bluetooth-ontvan-
ger zijn er op de afstandsbediening ande-
re klankinstelmogelijkheden beschikbaar
☞
(
hoofdstuk 5 .3, toets "EQ") .
7) Als het geluid van een op de bussen 3 LINE IN
(9) aangesloten geluidsbron of de audiospe-
ler/Bluetooth-ontvanger tijdens het spreken
in een microfoon automatisch gedempt moet
worden [VOICE OVER (13)], stelt u de rege-
laar DEPTH zo in, dat de led MUSIC tijdens
de aankondiging gaat branden .
8) Om de accu niet onnodig te ontladen, scha-
kelt u de versterker na gebruik en bij langere
pauzes met de schakelaar (17) opnieuw uit .
Als u de versterkerinstallatie langere tijd niet
gebruikt, laadt u de accu voor opslag volledig op
en laadt u ze om de 6 maanden bij, om het nor-
male proces van zelfontlading te compenseren .
nooit, als de luidsprekers
zich nabij de oren van een
persoon bevinden! Door
het hoge geluidsvolume
kan het gehoor bescha-
digd worden .
31